45
post en propter ligt een bijzonder groot onderscheid; en de Minister is
een logisch man; hij was het ten minste vroeger als lid dezer Kamer.
De Minister had dan ook niet het recht mij van insinuatie gebruiken
te betichten.
Bovendien is dit woord hier voor enkele dagen gebleken contrabande
te zijn. Thans is het onder den hamer van den Voorzitter doorgegaan.
Maar ik heb het mij niet aangetrokken en neem dit den Voorzitter niet kwalijk.
Ik heb beweerd en dit is door den Minister niet weersproken
dat het «in confesso» is, dat tegenwoordig 7, 8 en 9 weken gewacht
moet worden eer men een landmeter krijgen kan. Of dit nu komt omdat
er te weinig zijn, of omdat gezegd wordt: laat de particnlieren maar
wachten, zal ik niet beoordeelen ik constateer alleen het feit.
De Minister zeide: eerst moet het landswerk gedaan worden Over die
uitdrukking heb ik mij verbaasd. Als de Minister langer tijd aan zijn
Departement zal zijn, zal hij zoo niet meer zeggen en zal hij weten dat
bet werk in particulieren dienst ook fawcfswerk is. De wet toch vordert
bij onteigening van gronden of bij 't opmaken van notarieele akten voor
coöperatieve of andere vereenigingen nauwkeurige situatie-kaarten, opge
maakt door een van Rijkswege aangestelden landmeter.
Dat is dus even goed Rijksdienst. Neen, Mijnheer de Voorzitter, er
hapert wat aan de machine; er zijn geen landmeters genoeg. En als de
Minister dan zegt: Ik kan ze maar zoo niet krijgen, dan antwoord ik:
stel dan meer plaatsen vacant. We hebben dezer dagen gehoord dat
vele onderwijzers zonder betrekking wel goed zouden zijn voor oppassers
op Meerenberg of elders; ik zou meenen dat dezen in de lijn hunner
studiën liever en beter tot landmeters zouden opgeleid worden.
Hoe het zij, ik hoop dat in deze leemte spoedig zal worden voorzien,
opdat rechtmatige klachten mogen ophouden en last en schade worden
voorkomen.
De heer Harte van Teckelenburg, Minister van Financiën: Mijnheer
de Voorzitter! Nog slechts een kort woord. De heer Lieftinek is
teruggekomen op de quaestie van de landmeters en zeide terecht, dat de
zoogenaamde particuliere werkzaamheden ook geschieden onder verant
woordelijkheid van 't Rijk. Hoe het zij, de overlading met werk is in
elk geval ook gedeeltelijk een gevolg van het werken voor particulieren,
en in dat verband zal ik gaarne overwegen, of dat gebrek aan personeel
niet kan worden overwonnen, boewei ik vrees dat dit niet gemakkelijk
en spoedig zal kunnen geschieden, maar in die richting zal worden
gestreefd, gelijk trouwens sedert mijn optreden bereids is geschied.