66
is onder den naam „Cassa" (Cambridge 16), de pap en het talk
poeder. Cambridge 16 is in zeer veel soorten te verkrijgen, het
is bruikbaar, wanneer scheering en inslag uiterst fijn en gelijkmatig
zijn, omtrent welke eigenschappen zekerheid wordt verkregen indien
blijkt, dat van een in tweeën gescheurd stuk, moeilijk één a twee
rafels van de, door de scheuring ontstane kanten kunnen worden
afgetrokken.
Het Cambridge wordt, ten behoeve van het straks er van te maken
gebruik, door inknippingen afgedeeld in strooken en daarna in
water door drukken en persen niet door wasschen gedeeltelijk
van de pap ontdaan, onder den invloed van welk procédé, de
oppervlakte van het goed een licht rimpelig aanzien krijgt. Acht
men het ontpappingsproces ver genoeg voortgezet, dan wordt
de stof uit het water genomen en uitgeknepen niet uitgewrongen
waarna de aldus verkregen bal wordt losgeschud en ter volkomen
droging wordt opgehangen op een lijn.
Is het cassa droog, dan wordt het in strooken gescheurd, waar
van onmiddelijk alle aanwezige rafels worden verwijderd.
Hierna vangt het omplakken aan.
Daartoe wordt het boorlint aan het eene eind vastgehouden door
een spijker, stift of pen, gelijkmatig met de pap bestreken, zonder
door de hand die het andere einde vasthoudt, te worden uitgerekt.
Het opbrengen van het kleefmiddel geschiedt door een meisje,
van wie de strook wordt overgenomen door den binder, om gelegd
te worden op het te omplakken vel,
Heeft dit plaats gevonden, dan wordt het lint voorzichtig aan
gedrukt en omgebogen, Avaarna het blad wordt omgeslagen, opdat
het lint aan de andere zijde gelijke behandeling zou kunnen
ondergaan.
De uitstekende einden der strooken Avorden hierna afgeknipt.
Bij het omboorden moet vooral met de pap spaarzaam Avorden
omgesprongen; als gevolg van een te overvloedig gebruik van het
kleefmiddel zouden de bladen zich aan elkaar hechten, een euvel
dat Avordt bestreden door een behoedzaam insmeren met talkpoeder
- op de papierkamer „onschuld" geheetenaan welk voorbehoed
middel echter het bezAvaar kleeft, dat het, bij het teekenen langs
de randen der bladen, de inkt doet vloeien.
Het eerst Avorden de lange strooken om de bladen gelegd, zijn
deze aangebracht, dan Avorden de vellen op de reeds beschreven