G7
wijze voor één dag opgeborgen, om winddroog te worden.
Na twee dagen dus, slechts bij zeer droog weer reeds den
volgenden dag, worden de korte strooken geplakt, die ook weer
twee dagen tijd krijgen om te drogen. De definitieve opberging
na het omplakken verschilt van de voorloopige toegepast
bij den ontvangst van het papier, wijl voorzorgen dienen te worden
genomen tegen het doorzakken der bladen, als gevolg van het
omplakken.
De vellen worden nu niet langer, zonder meer, op elkander
gestapeld en met bordpapier en houten borden afgedekt, doch
ongeveer dakpansgewijs en onder verspringing op elkander gevlijd.
\ier bladen worden op elkander gelegd, met een verschuiving
in lengte en breedte, voor ieder blad, ter breedte van het boordsel,
naar rechts, het vijfde vel dekt het eerste en de drie volgende
worden weer onder verschuiving gevlijd, terwijl niet meer dan
15 a 16 vellen een stapel vormen.
Het doorzakken wordt langs dezen weg geheel voorkomen, op
het 15e of 16e vel ligt een stuk bordpapier, en op een kolom
gevormd door vier of vijf van deze stapels, rust een houten bord.
De geheele voorraad wordt om de veertien dagen omgezet, en
wisselt af tusschen 500 en 1000 vel; de mindere of meerdere
rijkdom der papierkamer hangt voornamelijk af van den tijd, die
voor het beheer kan worden afgezonderd.
De keuring geschiedt op den greep, waardoor zoomin als door
een wetenschappelijk onderzoek kan worden verhoed, dat, als niet
lang geleden plaats vond, te laat een vel wordt ontdekt, dat hoe
wel goedgekeurd vloeit.
Vroeger kwamen op de bladen soms matte vlekken voor, misten
zij een gevolg van gebrekkige lijming plaatselijk glans, aan
deze fout is door den fabrikant geheel tegemoet gekomen.
Hoewel de keuring plaats vindt op den greep, mag daaruit niet
worden afgeleid, dat deze wijze van onderzoek een uitvloeisel is
van neigingen van behoudenden aard, of dat het beheer der papier
kamer met geringschatting neerziet op het moderne wetenschap
pelijk onderzoek.
Welwillend werd ons ter inzage verstrekt een wetenschappelijke
analyse van het papier onzer kaarten, dagteekenende uit het jaar
1890, die ons echter niet belangrijk genoeg meer voorkomt om
hoewel ons daartoe de bevoegdheid werd verleend hier te