88 afwatering, afsluiting en bewerking zijner perceelen onafhankelijk van zijne buren. In weinige jaren tijds zullen de meeste eigenaars hunne woning hebben overgebracht naai* de nieuwe wegen, op hun bijeenverzamelde eigendommen. Met nieuwen lust en noeste vlijt zullen, zij de perceelen die dan een voor de cultuur doel matigen vorm hebben, in orde brengen en hun moeite beloond zien met 00J} verhoogde opbrengst. Waar thans slechts eenig schraal hooi van slechte qualiteit wordt gewonnen, groeit dan bij meer zorg, beter onderhoud en bemesting, een beter soort gras welig op. Elders worden drassige gronden door betere afwatering en onder aanwending van kunstmest in vruchtbare bouwlanden herschapen of de bouwlanden ingericht voor de teelt van groenten, ooft of handelsgewassen. Kortom, de opbrengst van den grond wordt verhoogd, zelfs verveelvoudigd en een toestand geschapen die, vergeleken bij den tegenwoordigen, wel een dorado gelijkt. Dit schijnt een droombeeldhet hangt slechts van ons menschen af er een stuk realiteit van te maken. Alle berichten uit den vreemde stemmen in dit opzicht overeen. Leerzaam voor den Arcadië-schrijver zijn o. a. de conclusiën van een reeds in 1895 verschenen Denkschrift des landwirthschaftlichen Ministers über die staatlichen Maszregeln zur Förderung der Cultur in Preussen, n.l. „De verwachte werking der agrarische wetten is niet uitgebleven in de plaats van eene verslapping is eene verblijdende bedrijvigheid bij de landelijke bevolking gekomen. Op de uitvoering der ruil verkaveling volgde op den voet de wedijver van groote en kleine grondbezitters om hunne landerijen door allerlei verbeteringen in een hoogeren cultuurtoestand te brengen en door de meest voor- deelige exploitatie hun bedrijf te verbeteren. Tengevolge der ver hoogde productie der levensmiddelen wordt de bevolking, niettegen staande zij beduidend vermeerderde, thans beter gevoed dan vroeger, terwijl bovendien een aanzienlijk deel der voortbrengselen wordt afgezet naar het buitenland." Wil men getuigenis uit den laatsten tijd, men leze den aanhef van het werk van een uitnemend practicus op dit gebied. A. Hüser, die Zusammenlegung der Grundstücke: „Geen maatiegel weikte en werkt nog zoo diep ingrijpend op de gezamenlijke cultuurverhoudingen als de Pruisische ruilverkaveling. In geen cultuurstaat zijn sedert

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1903 | | pagina 88