105 een Hoogeschool of aan een Universiteit, of ook, en dit geldt met name het hooger handelsonderwijs, op een ietwat meer bescheiden trant, zoodat het niet ten volle den eenigszins weidschen naam van Hoogeschool verdient, maar toch zóó, dat het buiten het universitair verband valle, welk doel bereikt wordt door de bepaling bij de overgangsartikelen en niet in de wet zelf op te nemen. Ik vlei mij dat verschillende stroomingen hier in de Kamer en ook de iMinister zich met de door mij voorgestelde redactie zullen kunnen vereenigen. Ik heb de eer het amendement zooals ik het mededeelde voor te stellen. De Commissie van Voorbereiding, waarvan ik de meerderheid der leden heb kunnen raadplegen, heeft tegen dit amendement geen bezwaar. De Voorzitter: Het amendement van den heer Heemskerk strekt: 1°. om onderart. 32 te doen luiden: ,Er wordt van Rijkswege hooger technisch onderwijs gegeven aan eene technische hoogeschool''; en 2°. om achter artikel XXII een nieuw artikel XXIlóis in te lasschen, luidende: „Het van Rijkswege te geven hooger landbouw- en handelsonderwijs wordt nader bij de wet geregeld." Het amendement wordt ondersteund door de heeren Duymaer van Twist, Verhey, van Idsinga en van Sasse van Ysselt, en maakt mitsdien een onderwerp van beraadslaging uit. De heer van Karnebeek: Mijnheer de Voorzitter! Wat zal ik van dit amendement zeggen? Dat het veel meer geeft dan ik zelf heb durven vragen Mijn doel is geweest om zoo min mogelijk verandering te brengen in het Regeeringsontwerpvooreerst ter wille van een geleidelijken gang van zaken, alsook omdat ik geen plaats inneem onder de Regeeringspartij. Als nu echter van de rechterzijde een voorstel komt, dat nog verder gaat in mijn richting, kan ik mij daarmede natuurlijk zeer goed vereenigen. Ik blijf echter van meening, dat de zaak ook in orde te maken is op de wijze als ik voorgesteld heb. Ik zal intusschen afwachten, of de Minister zich met den heer Heemskerk vereenigen kan. Het spreekt vanzelf, dat ik gaarne bereid bert alsdan het meerdere dat mij wordt aangeboden, aan te nemen, mijn hoed af te nemen voor het stortbad van weldaden waar mede ik „überschüttet" word en mijn amendement terug te trekken. De heer Kuyper, Minister van Binnenlandsche ZakenMijnheer de Voor zitter! De geachte afgevaardigde, de heer van Karnebee k heeft opgemerkt, wat volkomen juist is, dat de Handels Hochschulen in Duitschland van later

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1904 | | pagina 109