Ill Het bestuur zegt o.a. „Hoewel de Rijkslandbouwschool met vrij beperkte hutpmiddelen heeft moeten werken, wordt in de afdeeling Hoogere Land- en Boschbouwschool, zeer bescheiden onder het middelbaar onderwijs gerangschikt, onderwijs gegeven, welks wetenschappelijk peil minstens even hoog staat als dat der buitenlandsche inrichtingen van booger landbouwonderwijs. „De oud-leerlingen dier afdeeling, die hunne studiën aan buitenlandsche universiteiten hebben voortgezet, zijn nagenoeg eenparig in hun oordeel hieromtrent dat, over het geheel genomen, de landbouwwetenschap daar niet dieper wordt opgevat, ja velen hunner oordeelen zelfs dat verscheidene vakken te Wageningen beslist beter en uitvoeriger worden onderwezen dan elders. „Het is mede een feit, dat de candidaat-houtvesters, die eertijds ter vol tooiing hunner studiën naar de Forstakademie te Tharandt werden gezonden, aldaar wat aangaat het theoretisch onderwijs slechts weinig konden pro- fiteeren en door heeren professoren van verschillende colleges werden vrijgesteld. „Zij vormen steeds de beste krachten der daar studeerende jongelingschap. Men heeft dan ook begrepen dat de theoretische opleiding, in Wageningen genoten, aan buitenlandsche hoogescholen niet meer behoefde te worden aangevuld. Thans acht men nog slechts een practische vorming in 't buitenland noodig. „Ook in ander opzicht kan de Rijkslandbouwschool te Wageningen met glans de vergelijking met Duitsche inrichtingen voor hooger landbouw onderwijs doorstaan. Aan deze leveren slechts enkele studenten door het afleggen van een examen het bewijs, zich voldoende gewijd te hebben aan de volledige studie. Welk een in het oog loopend verschil met onze Rijks landbouwschool!'' Tegenover het beweren van den Minister, dat de Rijkslandbouwschool te Wageningen ook in hare resultaten eene mislukking zou zijn, wijzen adres santen er op, dat: le. bijna alle rijkslandbouwleeraren en rijkstuinbouwleeraren gevormd zijn op de Rijkslandbouwschool. Neemt men in aanmerking dat velen hunner geroepen werden een zoo gewichtige betrekking te bekleeden op een leeftijd, waarop zij nog weinig ervaring hadden, dan pleit de wijze waarop zij zich van hun moeilijke taak voortdurend kwijten, ten zeerste voor het onderwijs aan de hoogere land- en boschbouwschool. Zeker, sommigen hunner hebben ter verruiming van hun blik hun studiën voort gezet of zich in enkele speciale vakken meer bekwaamd, maar hun voor naamste ontwikkeling deden zij te Wageningen op. De Regeering heeft dan ook niet geschroomd deze ambtenaren te belasten met het geven van onderwijs aan de landbouwwinterscholen, aan de cursussen voor landbouw-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1904 | | pagina 115