12
Het aantal malen houdt verband met het aantal richtingenbij
twee richtingen 12 maal, bij drie 8 maal, bij vier 6 maal, bij vijf
5 maal. Men verkrijgt op die wijze, clat als gewichtseenheid
nemende de eenmaal ingestelde richting het gewicht der op het
station vereffende richting bij 2, 3 en 4 richtingen gelijk is aan 24,
bij 5 richtingen aan 25, en dus voor alle richtingen practisch dezelfde
waarde heeft. Eindelijk wordt nog gezorgd, dat bij het meten van
de verschillende combinaties bij het instellen op hetzelfde richtpunt
nimmer weder bij dezelfde deelstrepen wordt afgelezen.
Voor de uitvoering der hoekmetingen betrekking hebbende op
het hoofddriehoeksnet werd in het laatst van Augustus 1896 als eerste
station Langeiland bezet door den len Luitenant A. K. Nolthenius;
tengevolge van den buitengewoon ongunstigen toestand der lucht,
veroorzaakt door de langdurige droogte, was het hem niet gelukt
ook slechts één hoek te meten, toen hij in het laatst van October
werd afgelost door den Kapitein A. R. van Dorssen. Deze was
niet veel voorspoediger, want ofschoon in de laatste weken van zijn
verblijf de regens doorkwamen, had hij den 23en December, toen
hij weder door den len Luitenant Nolthenius werd vervangen,
slechts enkele zenitshoeken kunnen meten. Gelukkig werd de toe
stand daarna beter en tusschen 26 December en 17 Januari werden
de vijftig hoeken gemeten. De hoekmeter kon toen naar Batavia
terugkeeren, maar tot in Mei 1897 bleef het station nog door
spiegelaars bezet voor de metingen op de omliggende punten.
Het verblijf op Langeiland vormt een ware lijdensgeschiedenis;
hoogst onaangenaam was vooral de bijna ondragelijke hitte overdag
op het geheel met vulkanische asch bedekte, slechts schaars begroeide
eiland, waar geen beekje of bron wordt aangetroffen. Een gegraven
put leverde eenig water, dat echter bij chemisch onderzoek te Batavia
volkomen ongeschikt bleek voor drinkwater; dit laatste moest met
alle andere levensmiddelen geregeld worden aangevoerd. De ge
meenschap met Batavia werd onderhouden door stoomschepen der
Gouvernementsmarine of der Bebakening en Kustv^rlichting, enkele
malen met een hopperbarge. De geestkracht en het weerstandsver
mogen van het personeel werden op een zware proef gesteld; de in
landers, hoewel geregeld afgelost, leden aan koortsen en vooral aan berri-
berri, waaraan zelfs een op het eiland overleednog eenige anderen
zijn na hun terugkeer bezweken aan de gevolgen van het verblijf.
Gelukkig heeft men nergens meer met zooveel tegenspoed te kampen