128
deze poging te doen samenvallen met de reorganisatie der General-
Kommissionen.
Naar spreker vernam, heeft in 't eind het ministerie van landbouw
besloten, de uitvoering der ruilverkavelingen niet opnieuw te regelen,
doch enkel een wijziging van de bestaande voorschriften uit te
vaardigen.
Hij kan de gedachte niet van zich afzetten, dat nog heel veel
jaren zullen moeten verloopen, aleer een wetsontwerp wordt inge
diend; en andermaal nog heel veel jaren, aleer het de goedkeuring
zal hebben verworven van alle wetgevende factoren.
Hij wijst op dè wët regelende de bevloeiingen, voor de Rijn
provincie meer dan broodnoodig, die toch maar aldoor in de
windselen verblijft.
Indien wij het in behandeling zijnde wetsontwerp verdaagden,
tot de reorganisatie der General-Kommissionen wordt ter hand
genomen, dan zou zulks een uitstel „ad calendas Graecas"
beteekenen.
Na deze inleiding gaat spreker over tot de behandeling der
afzonderlijke paragrafen van zijn ontwerp; zijn zeer leerzaam
betoog, dat aan het slot met luide toejuichingen wordt gehuldigd,
houdt de aanwezigen anderhalf uur in gespannen aandacht.
Het debat wordt geopend door den afgevaardigde uit Krefeld
Dr. Bertram, die opmerkt: „dit ontwerp is feitelijk een schrede
voorwaarts en biedt, vergeleken met de lex Adickes belangrijke
voordeelen aan; maar bezien van het standpunt dat de groote
steden innemen, zijn er ongetwijfeld bezwaren tegen aan te voeren.
Allereerst kan ik zonder voorbehoud er mede instemmen, dat
aan de General-Kommission de uitvoering wordt opgedragen, doch
bedenkelijk is, dat bizondere personen de bevoegdheid krijgen tot
het indienen van het ruilverkavelingsverzoek, onverschillig of een
plan van bebouwing al of niet bestaat. Dit bezwaar komt mij
principieel voor en behoort te worden opgelost, ten einde te voor
komen dat de belangen der groote steden worden geschaad.
De ruilverkaveling zij enkel geoorloofd, ter plaatse waar een
ontwerp van uitbreiding aanwezig is.
Groote steden hebben er veelal overwegend belang bij, voor
bepaalde oppervlakten zich voorloopig te onthouden van het vast
stellen van een plan tot uitbreiding.