130 en dat liet ontwerp bevorderlijk zal kunnen zijn aan den arbeid der ministeriën. Eerste burgemeester Adickes, Frankfort a. Main: „Wanneer ik over het hier behandelde onderwerp het stilzwijgen bewaarde, dan zou dit in velerlei opzicht aanleiding tot misverstand kunnen geven. Toen ik den veeljarigen voorzitter der General-Kommission vooi de Rimprovincie hier met jeugdig vuur hoorde spreken, schoot mij een woord van Schiller te binnen: „In den Ozean schifft mit tausend Masten der Jüngling. Still, auf gerettetem Boot, treibt in den Hafen der Greis." Ik ben de afgeleefde grijsaard Vroolijkheid)die zich verheugt in den jongeling, die opnieuw op den Oceaan zich waagt. Ik herinner me nog, dat, toen ik weleer met mijne voorstellen kwam, ik destijds hoopte spoedig met volle zeilen de haven binnen te zullen loopen. Maar alles is heel, heel anders uitgekomen. In deze aangelegen heid heb ik vrij wel alle hoop laten varen, maar het stemt mij blijde, dat zij weer wordt opgevat, dat de behoefte opnieuw is aangetoond, en dat wel naar aanleiding van de ervaringen dei General-Kommission. Wanneer de gehouden gedachtenwisseling enkel het gevolg heeft, dat de noodzakelijkheid nogmaals helder in het licht wordt gesteld, dan zou ik dat reeds een grooten stap „vooruit" achten Wat nu de vraag betreft, of de General-Kommission de aange wezen overheid is voor deze soort van ruilverkaveling, mijne meening is het, op grond van mijne ondervinding, dat de beslissende vraag luidt: of de eisch tot schadevergoeding(der Rechtsweg) van kracht zal blijven. Het is deze vraag, die geheel het karakter der aanhangige zaak beheerscht. Ik betwijfel eenigszins of de Regeering haren stelregel „schade vergoeding", waaraan zij steeds verlangde dat zonder voorbehoud zou worden voldaan, zal prijs geven, en zich thans op het standpunt zal plaatsen, dat de bevoegdheid tot dezen eisch den deelnemers behoort te worden ontnomen. Het geheele, tegen den tekst der Frankforter wet lex Adickes) in te brengen bezwaar, ligt opgesloten in het feit, dat genoemde vordering mag worden ingesteld. Eerst wanneer de vraag of deze vordering behouden zal blijven,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1904 | | pagina 134