13 gehad; wel heeft ongunstige weersgesteldheid op enkele stations in het Zuidelijk deel van het net veel vertraging veroorzaakt, maar toen men zich met de metingen verder van Straat Soenda verwijderde, kwam men langzamerhand in betere omstandigheden. Op 28 stations, waarvan er 3 tot het Javanet behooren, zijn de metingen uitgevoerd; op 11 moeten zij nog worden verricht, waarna de verbinding met het net van Sumatra's Westkust zal zijn tot stand gebracht. b. De vereffeningen. Toen in April 1897 de hoekmetingen op de stations Batoe Hideung, G. Karang, G. Gede. G. Radja Basa en Langeiland waren afge- loopen, kon de lengte der zijde G. Radja BasaLangeiland worden berekend; de vijfhoek gevormd door de driehoeken, die de aan sluiting vormen aan de zijden Batoe HideungG. Karang en G. KarangG. Gede, is daartoe vereffend volgens de methode der kleinste vierkanten. Met de aansluiting aan twee zijden van het Javanet werd beoogd, zekerheid te verkrijgen, of de thans op de drie punten aanwezige triangulatiepilaren identiek zijn met de oorspronkelijke hoekpunten van dat net. Dat dit inderdaad het geval is blijkt daaruit, dat de op het station vereffende hoek te G. Karang slechts 0",38 verschilt met den overeenkomstigen hoek van het Javanet, terwijl de sinus- regel voor de drie driehoeken een sluitingsfout heeft opgeleverd van 14.3 eenheden der zevende decimaal van den logarithmus, overeenkomende met het van de lengte der zijden zelve, of voor de langste zijde 18 centimeter. Voor de middelbare fout der gewichtseenheid verkreeg men uit de stationsvereffeningen 1",38, uit het tweede gedeelte der vereffening alleen 2",98, en uit de geheele vereffening 1",99. De driehoeken, waardoor verder de eigenlijke ketting wordt ge vormd. zijn vereffend door de sluitingsfout telkens gelijkmatig over de hoeken van den driehoek te verdeelen. Volkomen streng volgens de theorie is dit niet, daar de op een station vereffende hoeken niet als onderling onafhankelijke grootheden mogen worden be schouwd. De op die wijze bereikte nauwkeurigheid is echter zonder twijfel geheel voldoende en men verkrijgt het groote voordeel, dat driehoek na driehoek kan worden vereffend, naarmate de metingen vorderen, zoodat de berekeningen gelijken tred met deze kunnen houden

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1904 | | pagina 13