145 om het grootbedrijf van den landbouw, dat hier zeer weinig gevonden wordt, te leeren kennen. Deze leden achtten het. gaan naar het buitenland geenszins een nadeel Integendeel. Zij oordeelden een verblijf aan eene huitenlandsche landbouw-hoogeschool in het algemeen zeer nuttig voor onze jongelieden, daar het bevorderlijk zal kunnen zijn aan verruiming van hun blik. Bij de bespreking van deze aangelegenheid drukte men leedwezen uit over de wijze, waarop de Minister gemeend had zich te moeten uitlaten over de bovengenoemde landbouwschool te Wageningen en het daar gegeven ondewijs. Als daarvan de bedoeling mocht zijn om aan te toonen, dat die instelling niet alles geeft, waartoe zij in staat moest zijn, dan bestond er, meende men, daarin toch nog geen grond voor de veroordeeling door den Minister uitgesproken. Terwijl men daartegen protest moest aanteekenen en het beklag van den directeur en de leeraren niet onge rechtvaardigd, althans zeer verklaarbaar achtte, zoude men gaarne van den Minister nadere ophelderingen omtrent deze zaak vernemen. Eenigen leden, ofschoon het oordeel van den Minister onbillijk achtend, meenden toch te moeten toegeven, dat, nu men met het oog op de eischen en de ontwikkeling van den landbouw met het onderwijs verder behoort te gaan dan thans het geval is, de school te Wageningen niet in dien geest is ingericht om aan de hooger gestelde eischen te kunnen voldoen. Memorie van Antwoord. 3. Hooger technisch-, landbouw- en handelsonderwijs. Aangenaam was het der Regeering uit het Voorloopig Verslag te mogen ontwaren, dat vele leden bereid zijn de poging te steunen, om het onderwijs op technisch, landbouwkundig- en handelsgebied hier te lande op hoog wetenschappelijk peil te brengen. Zeer stellig ligt het in de bedoeling der Regeering de voor dit doel te reorganiseeren of te scheppen inrichtingen op voet van gelijkheid met de best bekende wetenschappelijke inrichtingen in het buitenland te brengen. Ook de geschiedenis zal hij dat onderwijs de plaats der eere erlangen, die haar toekomt. De titel van doctor zal alleen voor de wetenschappelijk gevormden verkrijgbaar zijn. Dat geen ander voor nemen bestaat, dan om, voor wat de landbouw betreft, het hiervoor te geven hooger onderwijs aan een onzer Universiteiten te verbinden, werd reeds bij de gedachtenwisseling met, de Tweede Kamer der Staten Generaal uitgesproken. Dat andere leden hel niet zoo ongeraden, ten deele zelfs profijtelijk achten, indien toekomstige oeconomen een huitenlandsche inrichting be zochten, is alleszins verklaarbaar. Metterdaad verruimt dit den blik. Toch gaat te ver, wie hieruit afleidt, dat zulks de oprichting van een eigen school voor hooger landbouwonderwijs hier te lande overbodig zou maken.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1904 | | pagina 149