155
tionale stations en de toevoeging van nieuwe stations in het zuidelijk
halfrond en wellicht onder den evenaar noodig zijn.
Professor Helmert deelde het werkplan van het centraal bureau
gedurende de eerstvolgende jaren mede. Hij wees daarbij bijzonder op
de wenschelijkheid om den vorm van de aarde niet alleen op het vaste
land te bepalen door middel van de graadmetingen, maar ook den vorm
van het zeeoppervlak te onderzoeken, waartoe waarnemingen van de
intensiteit der zwaartekracht op zee belangrijke en tot op dit oogenblik
de eenige bijdragen kunnen leveren.
Hij stelde voor dat ter bereiking van dit doel professor Hecker eene
reis van omstreeks 10 maanden zou ondernemen over den Indischen en
den Stillen Oceaan, gedurende welke hij, op gelijke wijze als tijdens zijne
reis naar Rio de Janeiro in 1901, waarnemingen der zwaartekracht zou
volbrengen, en wel door vergelijking van den luchtdruk afgeleid uit de
waargenomen hoogte van de kwikzuil in barometers met dien afgeleid
uit de waargenomen temperatuur van het kookpunt van water.
Generaal Bassot las eene mededeeling voor van de heeren Benoit
en Guillaume over de vergelijking van de meetstaven van een basis
toestel uit nikkelstaal (invar) met den normaalmeter in het Pavilion de
Breteuil, welke duidelijk de geringe veranderlijkheid der meetstaaf bij
temperatuursverandering aantoonden.
Verder werden nog algemeene verslagen uitgebracht over hetgeen in
de laatste 6 jaar volbracht was op het gebied der driehoeksmetingen, met
betrekking tot lengte-, breedte- en azimuthbepalingen, en met betrekking
tot de bepaling van de zwaartekracht.
In de 3de zitting der conferentie brachten verschillende leden verslag
uit over den vooruitgang van de geodetische werkzaamheden in hun land
sedert de vergadering in 1900.
Twee Fransche afgevaardigden gaven, naar aanleiding van een door
hen overgelegde nota van den heer Driencourt, de beschrijving van
een eenvoudigen toestel, prisma-astrolabium genoemd, dat veroorlooft om
snel en met groote juistheid de breedte van de waarnemingsplaats en
den tijd te bepalen, en dat bij geodetische opnemingen, waar die breedte
in een groot aantal punten moet worden bepaald, zeer belangrijke diensten
kan bewijzen.
De heer van de Sande Bakhuyzen gaf eenige mededeelingen aan
gaande de in Leiden verrichte waarnemingen ter bepaling van de pools
hoogteveranderingen in verband met dergelijke waarnemingen in de
internationale stations.
In de 4de zitting ontvingen wij wederom van een aantal der afgevaar
digden mededeelingen omtrent de waarnemingen en onderzoekingen op
het gebied der aardmeting in hunne landen volbracht. Zeer belangrijk