162 van de gebroken lijn Gorinchem-Zalt-Bommel-Rhenen, oostwaarts begrensd door de Veluwe, onderhanden genomen werd. Door hem werden de hoekmetingen voltooid op de navolgende stations Hommert, Grubben, Schimmert, Wijngaardberg, Goudenrood, Kaberg> Goudsberg, Klimmen, Schaaps-Dries, Berg (Terblijt), Schaesberg, Wan- bach, Rolduc en Sousberg, waar tevens de noodige centreeringsmetingen geschiedden. Voorts verrichtte hij nog centreeringsmetingen teHoog-Kuil, Lichtenberg, Hobbelrade, Auversberg, Heksenberg, Crapoel, Gulpenberg, Ubachsberg I, Eyserheide, Hoofstad, Vreebosch, Rimburg, Pruisberg en Bieschveld. De inrichtingen, noodig voor de opstelling der instrumenten en voor de aanwijzing der driehoekspunten, welke niet op gebouwen gelegen zijn, werden in den loop van den zomer gemaakt en de torens na voleindiging der waarnemingen weêr in hun vorigen staat teruggebracht. Voorts werd de steiger op den toren te Bergen op Zoom, die voor ziening eischte, hersteld, en zijn nog parterre-pyramiden gebouwd op de punten Heikelder, Heugden, Crutserveld, Kruisberg, Banerheide, Lotteren en Kosberg. De waarnemingspijlers met steigers en zonnetenten, welke voor de primaire metingen op de torens te Oldenzaal, Beek I, Luiksgestel en Lommei (B.) gebouwd waren, werden, nu zij voor de secundaire metingen niet meer noodig zijn, afgebroken, en de torens in hun vorigen staat hersteld. De bebouwing van de verschillende stations en het herstellen van de torens in hun vorigen staat, geschiedde in hoofdzaak door en onder leiding van een timmerman in vasten dienst, nadat hem daartoe de noodige aan wijzigingen waren verstrekt. De berekeningen van de secundaire driehoeksmeting werden zooveel mogelijk voortgezet. Sterrelcundige waarnemingen. In het begin des jaars werd het drukken voortgezet van de sterre- kundige waarnemingen (tijds-, breedte- en azimuthbepalingen door de ingenieurs Pannekoek en Posthumus Meyjes, van 1896 tot 1899 verricht op de stations Oirschot, Utrecht, Sambeek, Wolberg, Hariker- berg, Sleen, Schoorl, Zierikzee, Ameland, Terschelling, Leeuwarden, Urk en Groningen. Het kwam in de maand April in zoover gereed, dat de twee laatste vellen, het 35ste en 368te, gezet waren. Deze konden nog niet afgedrukt worden, daar nog op eenige centreer- elementen gewacht moest worden, die de afdeeling Driehoeksmeting zou verschaffen. Aan de inleiding die deze publicatie moest voorafgaan, kon het lid der

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1904 | | pagina 166