165
wordt het onderwijs over drie studiejaren verdeeld in dier voege,
dat zes studie-richtingen te onderscheiden zijn, te weten:
a. voor Nederlandschen landbouw;
b. voor kolonialen landbouw;
c. voor Nederlandschen boschbouw;
d. voor kolonialen boschbouw;
e. voor landbouwscheikunde en landbouwtechnologie;
f. voor tuinbouw.
Terwijl de propaedeutische studiën zullen plaats hebben in het
eerste jaar, wordt de duur der eigenlijke vakstudie gesteld op
twee jaren.
In een vierde, geheel facultatief gesteld studiejaar, wordt gelegen
heid gegeven tot voortzetting hunner studiën aan hen, die mochten
wenschen zich verder te bekwamen, hetzij uit liefde voor de weten
schap, hetzij om voor bepaalde betrekkingen in dienst van den
Staat of van particulieren in aanmerking te kunnen komen.
De regeling van het onderwijs geschiedt door den directeur in
overleg met den raad van bestuur. Het programma der lessen is
jaarlijks aan des Ministers goedkeuring onderworpen.
In overeenstemming met het hoogere peil, waarop de inrichting
komt te staan, zal de toelating tot de lessen onafhankelijk wezen
van den leeftijd en van het voldaan hebben bij een of ander examen.
Een ieder heeft als leerling of als toehoorder toegang, wanneer
hij de verschuldigde gelden zal hebben voldaan en zich bij den
directeur heeft doen inschrijven, onverminderd de verplichting tot
het voldoen aan de reglementaire voorschriften.
Bij het einde van ieder schooljaar zal aan de leerlingen van het
eerste en tweede studiejaar de gelegenheid worden gegeven om
ten gevolge van een openbaar examen, af te nemen onder voorzitter
schap van den directeur, door de leeraren in de vakken, waarover
het examen loopt, kosteloos een getuigschrift ten bewijze hunner
bekwaamheid te verkrijgen.
Terwijl het examen aan het einde van het eerste studiejaar de
strekking heeft de propaedeutische studiën af te sluiten, wordt met
dat bij het einde van het tweede studiejaar hoofdzakelijk ontlasting
der leerlingen beoogd, in dien zin, dat bij het examen na afloop
van het derde jaar rekening kan worden gehouden met de omstandig
heid, dat de candidaat eventueel in verschillende vakken reeds met
goed gevolg een examen heeft afgelegd.