189
betrokken overheden hun wensch om in Indischen dienst over te
gaan, behoort te worden kenbaar gemaakt, zijn wij bereid voor
lichting te geven.
Wij hopen, dat met eene belangstelling die zich in daden zal
uiten, van deze mededeeling kennis zal worden genomen.
De Redactie.
2 November 1904.
Verslag van de 2oste Jaarlyksche Algemeene
Vergadering, gehouden te Arnhem den
27sten Augustus 1904.
Ter vergadering in Musis sacrum" waren 45 leden opgekomen
n.l. de H.H. Abresch, Bakker, Baning, L. Bingen, Boddé,
Boer, Colpa, Deddes, Eisenga, Feenstra, Feteris, W. J. de
Haan, H. P. de Haan, Hengeveld, Hoffmanin, Hondius,
Hornix, Houben, Hunse, Jansma, Kanngiesser, Kerkhoff,
Klompe, Lensink, van der Linden van Sprankhuizen, H. J.
Molema, Mulder, de Neijn van Hoogwerff, A. G. Oosterman,
Persoon, Polée, Prins, van der Rest, van Riel, Roelofs,
Schoonenberg, Smit, Spuijbroek, van der Veur, de Vos,
de Vries, Vruggink. Wagemaker, Wanninkhof, Zijlstra.
In zijne inleidingsrede brengt de Voorzitter, de heer I. Boer Hz_
in herinnering, dat de richting van het streven der Vereeniging is
weergegeven in de Memorie, opgenomen in de 4de aflevering van
het tijdschrift jaargang XIX, bladz. 137 en v.v. onder het hoofd:
Belangen betrokken bij de StaatsinstellingKadaster en Hypotheken,,
In het kort deelt hij mede, wat het Bestuur in het belang van
een deugdelijk kadaster en eene betere opleiding voor landmeter
heeft meenen te moeten doen, na toezending van genoemde
Memorie aan de Ministers van Financiën, Justitie, en Waterstaat,
Handel en Nijverheid. (Hierachter uitvoerig opgenomen in het „Ver
slag van de handelingen van het Bestuur over het Vereenigings-
jaar 1904.")
Op tastbare resultaten kan helaas niet gewezen worden. Toch
behoeven wij den moed niet te verliezen.