20 orde telkens aan twee richtingen van hoogere orde vastgelegd. Op de hulppunten der derde orde worden voor de vastlegging twee hoeken gemetende gewone punten der derde worden in den regel niet door den hoekmeter bezet. Voor de bepaling van een hulp- punt heeft men dus te beschikken over 8 gemeten hoeken, van die van een gewoon punt over 6, dus respectievelijk over 6 en 4 overtollige gegevensbij de vereffening wordt een benaderingsmethode toegepast. Enkele malen komt het voor, dat een punt der derde orde slechts van uit twee punten van hoogere orde zichtbaar is, en dus uit één driehoek moet worden berekend; de hoek in het punt zelf wordt dan ook gemeten, zoodat men over 5 hoeken kan beschikken en 3 overtollige gegevens heeft. In alle gevallen bestaat er volledige controle, vergissingen of grove fouten kunnen nimmer onopgemerkt blijven. c. De polyederprojectie. De vereffening en berekening van de punten der derde orde geschiedt weder in het platte vlak door middel van conforme over brenging; hierbij wordt echter niet de Mercator-projectie gebezigd, maar dezelfde projectie, die voor de samenstelling der topographische kaarten is aangenomen. Dit is een zoogenaamde polyederprojectie, waardoor het bezwaar wordt ontgaan, dat zich ook bij het gebruik der meestgeschikte conforme projecties voordoet bij kaarten van een uitgestrekt terrein, namelijk dat de vervormingen, veroorzaakt door de verandering der vergrooting, op grooten afstand van het centrale punt een hinderlijk bedrag bereiken. Het geheele in kaart te brengen deel van het aardoppervlak wordt daartoe door middel van parallellen en meridianen in nagenoeg trapeziumvormige stukken verdeeld, die elk op zichzelf volgens een conforme projectie naar het platte vlak worden overgebracht. Voor de topographische kaarten van Sumatra komen de begrenzende parallellen en evenzoo de meridianen op onderlinge afstanden van 20' en wordt de conforme kegelvormige projectie gebezigd. Daar bij deze projectie de parallellen worden voorgesteld door concentrische cirkelbogen, de meridianen door rechte lijnen, allen gaande door het gemeenschappelijk middelpunt der parallellen, zijn de zijranden cler graadafdeelingen in de projectie recht, maar boven en benedenranden niet; op de schaal der kaart zijn de pijlen der

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1904 | | pagina 20