218
heeft gezegd, ook van toepassing te achten op een der laatstbedoelde
onderwerpen (ontslag der ambtenaren), waarover niemand heeft gesproken,
waaraan zelfs niemand heeft gedacht, alléén op grond van het formeele
verband -dat het besluit van 30 Maart 11., n°. 19, heeft gelegd.
De ondergeteekende heeft derhalve geenszins gehandeld in strijd met
eene door hem gegeven verklaring, door met betrekking tot de leeftijds
grens geen ruimere overgangsbepalingen voor te dragen, dan die in art.
166 van het besluit zijn vervat. Dit neemt niet weg, dat hij van den
aanvang af de vraag heeft bestudeerd, of wellicht, met behoud van de
systematische grondslagen, van het organisatiebesluit, de hardheid van
den overgang nog meer ware te matigen dan thans reeds geschiedt. De
bereiking van het gewenschte doel scheen langen tijd onzeker, totdat
eindelijk een regeling is ontworpen die tot oplossing schijnt te kunnen
leiden. De ondergeteekende is mitsdien voornemens der Koningin eene
aanvulling van de overgangsbepalingen van het organisatiebesluit in over
weging te geven, krachtens welke de bij het in werking treden van dat
besluit in dienst zijnde ambtenaren, zoolang zij ten volle geschikt zijn
voor hun ambt, niet zullen worden benadeeld in de vooruitzichten, welke
zij hadden met betrekking tot het door hen te bekomen pensioen, met
dien verstande nochtans, dat zij nimmer langer dan tot hun 70stejaar in
dienst zullen blijven.
VIde Afdeeling.
Kadastrale metingen voor particulieren.
De landmeters van het kadaster kunnen slechts ter beschikking gesteld
worden tot het doen van metingen voor particulieren, voor zoover de
Staatsdienst daardoor geen schade lijdt.
Zooveel en zoo spoedig als de beschikbare werkkrachten toelaten, wordt
aan de particuliere aanvragen voldaan.
Aan het kantoor Leiden waren op 1 Januari 1904, 43 onafgedane
aanvragen. In den loop van dit jaar zijn er 256 nieuwe aanvragen
bijgekomen. Van dit totaal van 299 aanvragen waren er op 1 December
251 afgedaan, en 48 onafgedaan, waarvan 44 in behandeling, terwijl het
van verscheidene dezer onafgedane aanvragen bekend was, dat zij niet
spoedeischend waren.
De staking in de afdoening van het particulier werk, die volgens het
Voorloopig Verslag te Leiden voor onbepaalden tijd zou hebben plaats
gehad, betreft een door den betrokken ingenieur-verificateur in October
1904 getroffen regeling, in verband met de noodzakelijke afdoening van
dienstwerk. Die staking is na verloop van een week weder opgeheven.
Het is intusschen niet te ontkennen, dat er in sommige gedeelten van
het land gebrek is aan kadastrale hulp.