234
De motie van den heer van Raai te wordt zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
IVde HOOFDSTUK (Justitie).
Voorloopig Verslag.
Opmerkingen en beschouwingen.
Regeling van de rechtspositie der ambtenaren.
Vroeger is medegedeeld, dat, naar de meening der Regeering, regeling
van de rechtspositie der ambtenaren eerst na regeling der administratieve
rechtspraak tot. stand zou kunnen komen, maar tevens, dat een ambte
naar bij het Departement van Justitie met de voorbereiding van een
ontwerp tot regeling dier rechtspositie werd belast. Gevraagd werd, hoe
ver de voorbereiding van dit ontwerp thans is gevorderd en of kan worden
toegezegd, dat deze regeling tegen de invoering der administratieve recht
spraak althans gereed zal zijn.
Kadaster.
Sommige leden wenschten hunne teleurstelling niet te verhelen over
de verklaring des Ministers ten vorigen jare in de Memorie van Antwoord
betreffende hoofdstuk IV der Staatsbegrooting, dat hij voorshands niet.
zou kunnen voldoen aan den wensch van hen, die van zijne zijde eenige
toezegging verlangden omtrent de indiening van een wetsontwerp betref
fende de bewijskracht van het kadaster. Zij meenden niettemin dit ge
wichtige onderwerp in 's Ministers aandacht te moeten blijven aanbevelen.
Memorie van Antivoord.
Opmerkingen en beschouwingen.
Regeling van de rechtspositie der ambtenaren.
Ter voorbereiding van deze regeling zijn bereids een aantal gegevens
verzameld. Met de samenstelling van het ontwerp zelf zal een aanvang
worden gemaakt, zoodra de voor dien arbeid geschikte werkkrachten, die
thans nog voor de administratieve rechtspraak onontbeerlijk zijn, vrij
komen. Dat de regeling tegen den tijd van de invoering der administra
tieve rechtspraak gereed zal zijn, is op goede gronden te verwachten.
Kadaster.
Het zou de moeite loonen, indien de leden, die gaarne eene toezegging
hadden vernomen ter zake «van de indiening van een wetsontwerp be-