33 Eerste Kamer, Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1904. IXde HOOFDSTUK. (Waterstaat, Handel en Nijverheid.) Voorloopig Verslag. Landbouwonderwijs. In een der afdeelingen sprak men zijne voldoening er over uit, dat de Regeering in het ontwerp van wet tol herziening van de wet op liet hooger onderwijs ook een plaats heeft ingeruimd voor een landbouw-hoogeschool. Tegenwoordig gaan vele jongelieden voor hunne studiën naar Duitschland en België, daar de Rijkslandbouwschool te Wage- ningen beschouwd wordt als meer in het bijzonder bestemd voor de opleiding ten behoeve van Indië- De eigen exploitatie van landerijen is in de laatste jaren ten onzent zeer verminderd en toch is eigen exploitatie de beste. Dit zal veel kunnen verbeteren, wanneer ook hier te lande de gelegenheid wordt opengesteld voor hooger landbouwonderwijs; daardoor zal de landbouwstand worden opgeheven en de landbouw weer tot bloei kunnen komen. Memorie van Antwoord. Landbouwonderwijs. Bij de Regeering zijn voorstellen in overweging om de Rijkslandbouwschool te reorganiseeren en het onderwijs aan de afdeeling hoogere land- en boschbouwschool op hooger peil te brengen. Naar de ondergeteekende zich vleit, zal daardoor zijn te gemoet gekomen aan de in het Voorloopig Verslag geopperde bezwaren. De heer Dojes: Mijnheer de Voorzitter! In de tweede plaats het landbouwonderwijs. Ik heb met genoegen gezien, dat de Minister van Binnenlandsche Zaken in art. 32 van het wetsontwerp tot wijziging van de wet op het hooger onderwijs de bepaling heeft opgenomen, dat in Nederland van Rijkswege drie hoogescholen kunnen worden gevestigd, namelijk een technische hoogeschool,reen landbouw-hoogeschool, en een handels-hoogeschool. En met nog meer ingenomenheid heb ik gezien, dat na de voorbereiding van dit wetsontwerp, na het overleg met de Commissie van Voorbereiding uit de Tweede Kamer, de Regeering dat art. 32 in dien zin heeft gewijzigd, dat wat vroeger facultatief was gesteld, nu imperatief is voorgeschreven, want ik t lees nu in dat artikel: «Er worden van Rijkswege drie hoogescholen gevestigd, een technische hooge- school, een landbouw-hoogeschool en een handels-hoogeschool.» Wanneer de Volksvertegenwoordiging daarin met de Regeering mede- gaat, doet zij een uitnemende zaak. Datgene, waarmede men in Duitsch-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1904 | | pagina 33