35
onderwijs in te richten te Wageningen. Ik zou dat in hooge mate betreuren.
Ik zou wenschen, dat het landbouwhoogeronderwijs werd ondergebracht
bij een van de faculteiten aan onze Universiteiten. De ervaring in
Duitschland heeft geleerd, dat dit het meest verkieslijk is. In Duitschland
is men 40 jaar geleden begonnen met de oprichting van landbouw-hooge-
scholen als technische vakscholen, maar men is daarvan teruggekomen
en heeft dat onderwijs gebracht onder de faculteit van de philosophie,
het meest parallel gaande met de faculteit van de wis- en natuurkunde
bij ons. Daardoor zijn de studenten in de gelegenheid niet alleen tech
nisch onderwijs te ontvangen, maar ook de voorlezingen in andere vakken,
bijv. staathuishoudkunde, geschiedenis enz., bij te wonen, waarvan in
Duitschland druk gebruik wordt gemaakt, wat nuttig is voor de algemeene
vorming. Daarvan zouden dan de aanstaande studenten in de landbouw
kunde ook kunnen profiteeren, als ook hier dat onderwijs onder een
faculteit van een onzer Universiteiten werd gebracht. Wanneer evenwel
(wat ik minder gewenscht zou achten, dan de opneming van hooger
landbouwonderwijs aan een onzer Universiteiten) mocht worden besloten,
dat dit hooger landbouwonderwijs zal worden gegeven aan een afzonderlijke
landbouw-hoogeschool, een vakschool dus, een technische schoei, dan zou
ik het in hooge male wenschelijk vinden dat die in elk geval gevestigd
werd in een onzer universiteitssteden, om den aanstaanden leerlingen
dier school de gelegenheid te openen om ook te kunnen studeeren in
die vakken die noodig zijn voor hun algemeene ontwikkeling.
De heer de Marez O yens, Minister van Waterstaat, Handel en Nijver
heid: Mijnheer de Voorzitter! De heer Dojes heeft in de tweede plaats
gesproken over het landbouwonderwijs en het nut betoogd van de invoering
van hooger onderwijs voor groot-grondbezitters, landbouw-oeconomen,
landbouwleeraren en wellicht ook voor enkele pachters.
Dit nut van de verheffing van het peil van het onderricht wordt door
de Regeering niet betwist. Integendeel, bij de behandeling der begrooting
in de Tweede Kamer heeft zij medegedeeld, dat het in haar bedoeling
ligt, de hoogere land- en boschbouwschool te Wageningen te reorganiseeren.
Ik geloof, dat het wenschelijk is, daarmede te beginnen. Wanneer wij
dadelijk overgingen tot het oprichten van een technische hoogeschool vrees
ik, dat het ons aan geschikt personeel zal ontbreken. Eerst dus wanneer
de bestaande school te Wageningen zal zijn gereorganiseerd en eenigen
tijd zal hebben gewerkt, zal het noodige personeel beschikbaar zijn en
zou eerst het oogenblik daar zijn te overwegen of gevolg zal worden
gegeven aan het denkbeeld een technische hoogeschool voor den landbouw
in het leven te roepen. Dan zal overwogen moeten worden, of men die
school zal maken te Wageningen, of men met andere woorden de hoogere