4
Toen het inmiddels opgerichte Nederlandsch Landbouvv-Comité
eene enquête wilde uitlokken naar de toestanden van den Land
bouw in Nederland, werd de heer Sickesz lid der Commissie ad
hoe en wist hij de Regeering dermate voor dat denkbeeld te winnen,
dat als gevolg daarvan de bekende Landbouw Staats-Commissie,
van 25 leden, reeds in 1886 werd benoemd, van welke Commissie
hij het Voorzitterschap met groote toewijding bekleedde.
De oprichting van de Nederlandsche Heidemaatschappij in 1888,
was ook grootendeels zijn werk; hij was daarvan eerst een drietal
jaren voorzitter, en werd na den dood van zijn opvolger opnieuw
in die Betrekking benoemd.
Het was echter voor zijne vele vrienden geen geheim dat hij
dikwerf te veel van zijne krachten scheen te vergen, zoodat hij
bij herhaling voor langeren tijd naar het buitenland ging om her
stel te zoeken, maar weer terugkeerde wanneer hij meende door
zijn optreden de belangen van den landbouw opnieuw te kunnen
dienen; en zoo kon hij in 1892 meewerken aan de reorganisatie
van het Nederlandsch Landbouw-Comité, waarvan hij toen in 1893
tot Voorzitter werd gekozen.
De heer Sickesz was ook twee malen lid van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal, eerst omstreeks 1887 voor Gelderland, latei-
in 1896 gekozen voor Zuid-Holland. Een glanspunt in zijn leven
vormde de rede die hij daar in de vergadering van Januari 1897
hield (opgenomen in het nummer van dit Weekblad van 30 Januari
d. a. v.) en die zeker een krachtige aansporing is geweest tot de
concentratie der verschillende Landbouwbelangen aan één Ministerie.
Toen de Minister Goeman Borgesius dan ook in 1898 een afdeeling
Landbouw in 't leven riep onder leiding van een Directeur-Generaal,
werd de heer Sickesz ais zoodanig aangezocht en bereid bevonden
daarvoor het lidmaatschap van de Eerste Kamer op te offeren.
Het gezochte herstel zijner gezondheid heeft hij niet mogen
vindenhij stierf ver van zijn geliefd land diep betreurd door
de velen die met hem mochten samenwerken, en bij allen die hem
kenden den aangenamen indruk latende van zijn beminnelijken
omgang en zijn voorbeeldige toewijding. x)
Nederlandsch Landbouw Weekblad van 27 Februari 1904.