48 van het wiel* onder de gewone moer buiten de vork geschroefd langwerpig plaatje. In fig. 2 is deze inrichting vrij duidelijk te herkennen. Is het toestel buiten gebruik dan hangt, deze hefboom los naar beneden, zonder eenig draaiend deel aan te raken, zoodat het rijwiel dan onbepaald lang in gebruik kan wezen, zonder dat de excentriek-inrichting aan de geringste wrijving of slijtage is blootgesteld. Om het toestel in gebruik te stellen wordt de hefboom eenvoudig naar voren opgedraaid totdat de pen tegen den omtrek van de excentriek-schijf rust, en in dien stand gehaakt aan een koord, dat, door de werking van een veer in het toestel zelf, steeds met matige kracht wordt gespannen gehouden. Bij wenteling van het wiel volgt de pen dan de schommelingen van den excentrische)! rand, en het hefboompje en daarmede ook het koord verkrijgt voor elke wiel-omwenteling een heen en weer gaande beweging. De hier beschreven inrichting kan zonder moeite aan elk bestaand model van rijwiel worden bevestigd en heeft zich in vrij langdurig practisch gebruik als uiterst geschikt doen kennen. Mechanische werking in het toestel. Wij kunnen nu dus beschikken over een kracht, die een aan het toestel bevestigd koord beurtelings een drietal centimeters uittrekt en het dan weder loslaat. Deze lineaire beweging zou zich door middel van een tandrad met pallen gemakkelijk laten omzetten in het draaiende mechanisme, doch daar het hier gewenscht was om een lineaire schaal aan te brengen, waarvan de minste verstelling in de draaiende deelen gevoeld moest worden, hetgeen met een getand palrad nooit het geval kan wezen, heb ik gebruik ge maakt van een inrichting die, hoewel reeds lang bekend en in latere jaren veelvuldig toegepast, toch nog lang niet die mate van algemeene bekendheid en toepassing heeft, die zij, om haar verras sende en onfeilbare wijze van werking, naar mijn bescheiden meening, rijkelijk verdient. In fig. 3 is deze werking te volgen: De hefboom A kan om een verticale spil, gevormd door de as van het „drijf rad" B, schommelen, beurtelings aanslaande tegen de stootpennen C en D, waarvan de eerste vast is, en de tweede verplaatsbaar langs een verdeelde schaal, waarop hij door middel van een schroef- knop E vastgezet kan worden. In rust wordt de hefboom tegen de achterste pen gedrukt door cle veer F, welke tevens sterk genoeg

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1904 | | pagina 52