51
Schaal.
Deze getallen staan in onmiddellijk verband met de schaal van
de opname. Immers stelt elke slingering van den hefboom één
omwenteling van het wiel van het voertuig voor, dus een afgelegden
afstand over het terrein (behoudens meer nauwkeurige individueele
bepalingen) van ongeveer 2,15 M. Nu draagt het drijfrad op zijn
as een schroef zonder einde M, met dubbelen draad, waarin de
tanden van het „trekraadje" N grijpen. Deze tanden steken door
een gleul iets boven het oppervlak van de plaat O uit. Hierop
wordt eenvoudig het losse vel teekenpapier gelegd, waarna, bij
sluiting van het deksel, een inktrolletje P op het papier juist boven
de tanden van het trekrad komt drukken. Geraakt dit laatste nu
tengevolge van de hefboom-slingeringen in langzame wenteling, dan
trekt het, het papier met zich mede; het inktrolletje wentelt dan ook
mee en laat, door een klein lapje vilt, waar langs de rand wrijft,
steeds van inkt voorzien zijnde, op het bovenvlak van het papier
een inktlijn achter, terwijl op den onderkant de door het trekraadje
ingeprikte merkjes zichtbaar zijn. Deze liggen op milimeter afstanden
dus stelt één tn.M. op het papier zooveel maal 2,15 M. op het terrein
voor, als er hefboom-slingeringen noodig waren, om het drijfrad een
halve omwenteling te geven (daar de schroef twee draden heeft).
De schaal zou dus gesteld kunnen worden op elke willekeurige
waarde tusschen 1/10000 en Ij OO, doch in de praktijk zal 1/100000
als kleinste schaal wel niet overschreden worden.
Richtingen.
Zooals tot dusverre beschreven, ligt dus het papier los op de
plaat, slechts op één punt tusschen trekrad en inktrol geklemd.
Een draaiing om dat punt is dus gemakkelijk te bewerkstelligen,
waarna, bij verdere werking van het trekrad, een hoek op het papier
afgeteekend wordt; doch juist daarom moet ook gezorgd worden
dat door wrijving van het papier over de plaat, schokken, enz. deze
draaiing niet vanzelf plaats vindt. Dit vereischt een inrichting om
evenwijdige verplaatsing te verzekeren, welke inrichting het wille
keurig draaien van het papier niet in den weg mag staan en om
gekeerd. Ten einde deze zeer ongewenschte complicatie te vermijden,
kwam ik op het denkbeeld de twee antagonistische functies te ver
eenigen in een zeer eenvoudige inrichting, nl. het „sleepradje" R,