65
vonden kunnen worden, onder groote tijdsbesparing geheel op, doch
dient ter plaatsing van normaalsteenen een kleine constructie-wijziging
te ondergaan.
De punt van het ijzer behoort te vervallen, om plaats te maken
voor een rechten kant, evenwijdig loopende aan de as waarom het
ijzer draait, in het midden van welken kant een keep wordt gevijld,
waarin een koord op en neer kan glijden.
Bij het leggen van de grondplaat houdt men, tijdens het gebruik
van het schietlood, het ijzer met de hand horizontaal.
Het is gewenscht de steenen niet meer dan 5 c.M. boven het
maaiveld te laten uitsteken, in verharde gedeelten van wegen ze
gelijkvloers aan te brengen.
Zonder een goed hulpmiddel als zetijzer of zetbord is het ondoenlijk
normaalsteenen te plaatsenarbeiders, de goeden niet te na gespro
ken, zijn dikwijls eigenwijs; een grondplaat die men op het oog
door hen liet leggen, bleek niet minder dan 8 c.M. van de juiste
plaats af te wijken.
Niets mag onbeproefd worden gelaten om ook in ons land te
komen tot een nauwkeurige, aan landmeetkundige eischen voldoening
schenkende afpaling der grenzen van eigendommen en der grenzen
van zakelijke rechten.
Het publiek is met maatregelen van dezen aard beslist ingenomen,
de Regeering zet zonder aarz elen den eerstén stap op den weg die
leidt tot het toekennen van bewijskracht aan de kaarthet gebruik
van normaal-grenssteenen toch wordt door haar aangemoedigd,
getuige de hermetingen van KootwijkFeenverd (Groningen) en een
gedeelte van Abstede (Utrecht), waar zij werden of worden geplaatst.
Laat ons, ieder voor zich, daarom beproeven in den kring van
onzen arbeid propaganda te maken voor afpaling van grenzen door
middel van behoorlijke, van doelmatige merkteekens.
Van een goeden uitslag kunnen wij verzekerd zijn, en daarbij
zullen wij de zelfvoldoening hebben op niet onbelangrijke wijze de
invoering van de „Kadasterwet" waarnaar wij reikhalzend uitzien
mede te helpen voorbereiden; in welke toekomstwet aan het
onderwerp waarvoor wij in deze bladzijden aandacht vroegen, stellig
een afzonderlijke paragraaf zal worden gewijd.
Leiden, Februari 1904.
G. W. Hoffmann.