6
lengte en uitzettingscoëfficiënt waren bepaald door nameting eener
lijn van 200 meter op het Koningsplein te Batavia zelve gemeten
met het in 1883 naar Nederland teruggezonden basistoestel van
Rep sold maakte het niet wenschelijk nogmaals met een zoo
primitief instrument, zij het dan ook met de meest mogelijke voor
zorgen, een van de belangrijkste elementen der triangulatie te
bepalen. Veel meer verdiende het aanbeveling om te profiteeren
van de groote nauwkeurigheid, die bij de basismetingen op Java
was bereikt.
2. De verbinding niet het Javnnct.
Reeds in de jaren 1868 en 1869 waren door het personeel van
den toenmaligen Geographisehen dienst bij de uitvoering der trian
gulatie van Java op een zevental punten in de Lampongsche
districten pilaren opgericht en door hoekmeting met het net van
Java verbonden: vijf hiervan waren gelegen op den vasten wal
van Sumatran. 1. G. Radja Basa, Telok Betong, G. Betoeng
TelokG. Tanggang Tangkaen GTenggamoes {Keizerspiek), één
op het eiland Krakatau en één op Sabesi. De resultaten der
metingen zijn medegedeeld in „die Triangulation von Java," IV.
Abth., Haag Martinus Nijhoff 1895, maar tevens wordt in dat
werk erkend, dat zij niet de volle waarde van goede primaire
metingen bezitten. Zou men er dus wellicht mede kunnen volstaan,
wanneer het de bedoeling was twee zelfstandige triangulaties met
elkander in verband te brengen, nu de triangulatie van Zuid-Sumatra
wat de lengte der zijden betreft moest steunen op die van Java,
was een meer nauwkeurige verbinding over Straat Soenda bepaald
noodzakelijk.
Er bleek bovendien al spoedig nog een andere reden te bestaan,
waarom een nieuwe verbinding onvermijdelijk was. Het was bekend,
dat de pilaren op Krakatau en te Telok Betong bij de ramp van
1883 verloren waren gegaan. Naar de andere pilaren was sedert
den bouw niet meer omgezien, daar zij niet, zooals met de pilaren
op Java het geval was, in onderhoud waren overgegeven aan het
Civiel Bestuur. Bij het onderzoek in 1895 door het personeel der
triangulatie naar die pilaren ingesteld, werd alleen die op G. Tanggang
nog aangetroffen, maar scheef gezakt wegens onvoldoende fun
deering: op G. Radja Basa, G. Betoeng en G. Tenggamoes konden
slechts overblijfselen der fundeeringen worden opgespoord, van de