73
zullen worden onderwezen verschillende aantreft die daar niet behooren
en hij stelt zich voor, indien hij steun vindt, enkele vakken van algemeen
vormenden aard als staathuishoudkunde en cultuurgeschiedenis bij amende
ment van de lijst af te voeren.
Het komt mij voor dat men dan juist zou gaan tegen den geest van de
verandering van de Polytechnische School in een Technische Hoogeschool.
Immers instellingen van den laatsten naam hebben ten doel om aan de
jongelieden die daar komen, uit een zeer breede reeks van vakken de
keuze te geven aan diegene, die zij voor hun toekomstige roeping en vor
ming ook als staatsburger en menscb noodig oordeelen. Daarom wordt
zoo te recht aan de Technische Hoogeschool, die men in Duitschland op
zoo hoogen trap van ontwikkeling vindt, op het gebied van algemeene
vorming zoo ruime keuze gegeven in cursussen van cultuurgeschiedenis,
philosophie en literatuur.
Het komt mij inderdaad voor, dat die mannen, die zoo hooge positie in
ons maatschappelijk leven hebben in te nemen, een ruimer gezichtskring
moeten hebben dan zich voor hen opent, wanneer zij alleen hoe uitstekend
ook, zich in de technische vakken zouden bekwamen.
Ook daarom heb ik het plan van den Minister toegejuicht, wijl ik hoop,
dat het karakter van de school te Delft eene verandering zal ondergaan.
Ik wil van die school, die ik alleen van de buitenzijde ken, geen kwaad
spreken. Ik geloof, dat ze over het algemeen een uitnemenden naam bezit,
dank zij de uitnemende krachten daaraan verbonden, dank ook den directeur,
die daaraan op het oogenblik de leiding geeft.
Maar er zijn toch ook in den kring van diegenen, die aan die school
zijn gevormd, bezwaren tegen de inrichting gerezen. Wij kennen allen het
bekende rapport van de commissie uit de Vereeniging van burgelijke inge
nieurs, dat in 1895 is verschenen, en waarin er voornamelijk nadruk op
is gelegd, dat in den aanvang der studie aan de Polytechnische School de
algemeene wetenschappelijke vorming te veel op den achtergrond komt, terwijl
aan den anderen kant in de latere jaren, wanneer de leiding tot techniek
moet worden gegeven, deze practische studie te veel met de wetenschappelijke
vakken wordt vermengd.
Nu hoop ik, dat mede een gevolg van de verandering van Polytechnische
School in Technische Hoogeschool zal zijn, dat in de eerste jaren zooveel
mogelijk een grondige algemeene wetenschappelijke vorming zal plaats
vinden, ongeveer in denzelfden geest als aan de Universiteiten, maar dan
verder ook met volle kracht zal worden gestuurd in de practische richting,
met dat gevolg, dat de mannen die er zullen worden gevormd, zich reeds
dadelijk krachtig in de richting bewegen die zij later in de maatschappij
zullen hebben te bewandelen.
Daarvoor is het van groote beteekenis, dat deze onderwijsinstelling zal