78 zou tegen dit artikel geen bezwaar hebben. Ik stem echter niet gaarne voor iets, dat ik niet ken en waarvan ik niet weet, wat er uit zal voortkomen. Ja maar, zal men zeggen, indien er een wetsontwerp komt zijt gij vrij het te bestrijden en er tegen te stemmen. Indien echter in deze wet staat, dat die hoogescholen er zullen komen, is men daaraan gebonden en als ik de beteekenis daarvan niet ken, wil ik liever mijn stem daaraan niet geven. Ik zou liever die landbouw-en handelshoogescholen uit het artikel verwijderd zien. Er komt nog iets bij. Wat men onder die hoogescholen verstaat weet ik niet, maar wanneer men daarvan geen bepaalde omschrijving geeft, vormt men zich een denkbeeld. En nu komt het mij voor, dat men bij die hoo gescholen zich iets van lager orde voorstelt, iets dat tusschen het Booger- en het middelbaar onderwijs, tusschen Universiteiten en vakscholen in staat. Indien dat zoo ware, zou ik er groot bezwaar tegen hebben. Want ik meen, dat de landbouwkunde een wetenschap is, die in den den laatsten tijd zulk een enorme vlucht heeft genomen en op welker gebied nog zooveel te doen is, dat de hoogste vorm van onderwijs voor die wetenschap moet beschik baar zijn. Daarom meen ik, dat de landbouwkunde moet worden onderwezen aan een Universiteit. Er wordt gezegd: dat kan ook; ja, men kan ook die hoogeschool vestigen in een plaats waar een Universiteit gevestigd is, maar dan geloof ik dat die hoogeschool tegenover die Universiteit zal staan als een burgerschool tegenover een hoogere burgerschool; de leeraren vaneen hoogere burgerschool geven wel les aan een burgerschool, maar het zal steeds zijn een onderwijs van een lagere orde als aan de hoogere burger school. Zoo zal het ook zijn als de professoren eener Universiteit college geven aan een hoogeschool. Ik zou dus ongaarne zien, dat beide genoemde scholen in dit artikel behouden bleven. Wat de Technische Hoogeschool betreft, weten wij wat wij krijgen; dat is geheel uitgewerkt Stonden wij op geheel vrij terrein, dan zou ik zeggendit behoort ook bij het univer sitair onderwijs. Maar er zijn zooveel kosten en uitgaven gedaan voor het technisch onderwijs te Delft, dat het financieel onmogelijk zal zijn dit naar een Universiteit over te brengen. Met de landbouwkunde is dat niet het geval. De school te Wageningen is een vakschool en moet wellicht blijven bestaan, is het niet voor hier te lande, dan toch voor Indië. Ik ben het dus in zooverre met den heer van Karne beek en den eersten spreker eens, dat ik hier liever niet wil beslissen en meen dat het beter is, die namen uit het artikel weg te laten. De heer de Sa vo r ni n LohmanMijnheer de Voorzitter! Ook ik wensch te zeggen dat ik nogal bezwaar heb mijn stem te geven aan dit artikel, om dezelfde redenen als door de vorige sprekers te berde gebracht zijn. Wij weten niet. waarvoor wij staan en dit is toch inderdaad van groot belang.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1904 | | pagina 82