81 Wellicht zal bij art. 32d door den geachten afgevaardigde, den heer van Karnebeek, worden voorgesteld de vakken, die hierbij in aanmerking komen, uit de lijst te lichten. Ik kan thans van dit punt afstappen; zoolang er nog geen amendement van dien aard is ingediend, geloof ik met deze korte verklaring te kunnen volstaan. Het hoofdpunt waarop het hier aankomt, is de vraag, of door de Kamer, evenzeer als door de Regeering, wordt ingezien, dat op het oeconomisch terrein van het leven niet kan volstaan worden met een lager of, wil men, middelbaar onderwijs, dat bruikbare mannen aflevert voor den practischen dienst, maar toch niet geeft die hoogere ontwikkeling aan hen, die daarvoor in aanmerking komen, waardoor zij ook in ons land tot eigen wetenschappelijk onderzoek worden in staat gesteld, een onder zoek, dat zich natuurlijk meer bepaald moet richten op de toestanden waarmede wij hier in Nederland te doen hebben. De behoefte aan dergelijke hoogere ontwikkeling als hier in aanmerking komt, is door onderscheidene kweekelingen van onze technische school zoozeer gevoeld, dat zij in niet zoo geringen getale naar het buitenland zijn gegaan om daar die hoogere opleiding te zoeken, die hun daar meestal met welwillendheid wordt verstrekt, en niet weinige keeren herwaarts terug, gesierd met den doctorstitel, waarop men vooral zeer veel prijs stelt. Het valt echter niet te ontkennen, gelijk ook in het adres van de Groninger Maatschappij van Landbouw uitvoerig is aangetoond ten opzichte van den landbouw, dat juist het hooger onderwijs waarvan hier sprake is, niet draagt een algemeen karakter en niet voor alle landen hetzelfde kan wezen, maar zich moet richten naar de bijzondere toestanden en ge steldheden, die in de onderscheiden landen bestaan. Door de zooeven genoemde maatschappij wordt er op gewezen, hoe de kennis van de gewassen, die in Nederland bijzonderlijk dienst kunnen doen om den grond rendabel te maken, hoe de aard van den grond, niet alleen van den boven- maar ook van den ondergrond, anders zijn dan in andere landen en hoe derhalve ook zij, die elders die hoogere ontwikkeling hebben verkregen, waarvan hier sprake is, niet afgericht zijn, als ik dien term bezigen mag, op de hier speciaal bestaande toestanden. Dit geldt natuurlijk nog meer ten opzichte van de kennis der wetgeving. Of de jongelieden, die het hier geldt, op de buitenlandsche Hoogescholen al krijgen een dieper inzicht in de daar bestaande administratieve wet geving, wat geeft hun dat, wanneer zij hier te lïmde terugkomen, terwijl dat terrein voor ons land bij hen is braak blijven liggen? Nu mogen wij gelukkigerwijs, nemine contradicente, zeggen dat het onderwijs op de Polytechnische School te Delft gegeven, reeds sedert ruimen tijd het karakter van hooger wetenschappelijk onderwijs draagt, en het was mij,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1904 | | pagina 85