89
kennis van de pathologie? Is het niet waar om iets te noemen
dat de wijze van voeden, van bewaren en van verzorgen van het vee ook
wel dégelijk met de pathologische verschijnselen samenhangt? Bovendien
geloof ik, dat men, sprekende van het landbouwonderwijs in hoogeren
zin, niet uit het oog mag verliezen, dat het landbouwonderwijs ook op
andere terreinen zich meer en meer uitbreidt. Zal men onder landbouw
onderwijs alleen verstaan het onderwijs en de productie, of zal men
daaronder ook begrijpen de verwerking der producten, m. a. w. om
iets te noemen zal men daaronder alleen verstaan de kennis van de
melk, of ook de kennis van de kaas en van de boter? Kaas en boter zijn
niet eenvoudig producten, maar bewerkte fabrikaten van de grondstof melk.
Als dat zoo is, kan men dan zeggen, dat de kennis van de zuivelindustrie,
de kennis van de door gisting der uit de oorspronkelijke stoffen verkregen
producten, van het landbouwonderwijs is af te scheiden De groote Gfi'thrungs-
schule te Berlijn, die op zeer uitgebreide schaal ingericht is, heeft meer
en meer het besef verlevendigd, dat men inderdaad te doen heeft met
verschijnselen, met elementen, die met het landbouwonderwijs in eng
verband staan.
Waar men 1111 de veeartsenijkunde gaarne op zich zelf wil laten staan
en zelfstandig laten optreden, omdat het landbouwonderwijs tot dusverre
een lager begrip heeft gehad, versta ik dat, maar een geheel andere vraag
wordt het, of de veeartsenijkunde niet vanzelf onder het landbouwonder
wijs zou moeten worden gerangschikt, zoodra dat onderwijs op zijn hooger
peil komt. Ik behoef er slechts aan te herinneren dat te Kopenhagen
èn het veeartsenijkundig onderwijs èn het landbouwonderwijs in een
Veterinair- og Laridboh0jskole vereenigd zijn.
Er is dat is niet te ontveinzen bij de veeartsen een zeker gevoel
dat zegtde doktoren, die de menschen gezond maken, hebben een ge
ëerde positie in de maatschappij en wij, ook dokters, die het vee gezond
maken, nemen een lagere positie in. En daarom is er bijna onder geen
stand zulk een sterken Heiszhunger naar het doctoraat, als juist bij die
heeren. Nu komt het niet bij mij op om de beteekenis die de veeartsen
en de veeartsenijkunde voor de welvaart van ons land hebben, ook maar
eenigermate te onderschatten, maar toch zie ik niet in, dat een neiging,
die hoofdzakelijk voortkomt uit de daar gegeven motieven, en die hel
onderscheid tusschen de pathologie en medicatie van den mensch en de
pathologie en de medicalie van het dier wil effaceeren, behoort te worden
aangemoedigd.
De geachte afgevaardigde de heer Zijlma heeft gewezen op het buiten
land. Hij heeft gezegd, dat aldaar de opneming althans van den landbouw
over den handel heeft hij zich niet uitgelaten onder het universitaire
onderwijs regel is geworden. Ik ontken dat, want de zoogenaamde Land-