91
gegeven heeft, waardoor een groote ommekeer hier te lande te voorschijn
geroepen is. Welnu in Denemarken heeft men het landbouwonderwijs
niet aan de Universiteit verbonden, maar is te Kopenhagen een Koninklijke
Landbouwhoogeschool in het leven geroepen.
Noorwegen, ook met ons voor vergelijking vatbaar, heeft hetzelfde gedaan
te Aas. Portugal, eveneens een land van geringe grootte, deed hetzelfde.
Nu geloof ik dat er daarom voor ons, een land van niet die groote
proportiën, aanleiding bestaat de vraag te stellen, of wij niet beter doen
dienzelfden meer beperkten weg in te slaan.
Nu heeft de heer van Karnebeek de zeer juiste opmerking gemaakt,
dat, waar men een eigen Landbouwhoogeschool wil en die vakken niet
onderbrengt bij een Universiteit, te onderzoeken is, of zulk een Landbouw
hoogeschool is te plaaatsen ergens afzonderlijk op het land, of wel in een
stad waar een Universiteit aanwezig is.
In dit opzicht zou ik zeggen, wijst Denemarken ons den weg. Dene
marken heeft de Landbouwhoogeschool gebouwd in een stad waar een
Universiteit is.
Ik kom nu even terug op de zaak waarop de geachte afgevaardigde
de heer Zijl ma wees.
Zooals hem bekend zal zijn, zijn twee van die Academies in Duitschland
langzamerhand van karakter veranderd en heeft men hooger onderwijs
als doel van de inrichting verkregen, en wel aan die van Möglin bij
Berlijn en die van Poppelsdorf bij Bonn. De school bij Berlijn is uit
drukkelijk door de Begeering verheven tot Landbouwhoogeschool. Die
school, geplaatst bij een Universiteit, werkt uitnemend en heeft met de
vroegere Academie hoegenaamd niets meer te maken. De Academie bij
Bonn, welke die groote transformatie niet ondergaan heeft, kan de ver
gelijking met die bij Berlijn niet doorstaan.
WTat mij betreft zou ik het dan ook zeer betreuren, indien een poging
gedaan werd om de landbouwschool te Wageningen op te voeren tot een
school van honger onderwijs; ik zou dit verloren moeite achten; van die
school is, wanneer men den weg van hooger onderwijs op wil, krachtens
haar oorsprong, niets te maken.
Ik ben het dan ook geheel eens dat alles er vóór pleit om dergelijke
scholen bij een Universiteit te vestigen, vooral omdat dit de gelegenheid
ontsluit, te voorkomen, hetgeen de geachte afgevaardigde, de heer van
Karnebeek vreest, groote kosten. Ook naar mijn inzien moet men op
de kosten letten. Maar omgekeerd zal de geachte afgevaardigde mij wel
toestemmen, dat, wanneer het hooger onderwijs op landbouwgebied er
werkelijk toe zal leiden en dat is toch het eigenlijke doel van alle
landbouwonderwijs om de rentabiliteit der in cultuur gebrachte gronden
aanmerkelijk te verhoogen en de nog niet in cultuur gebrachte gronden