108 in zijn verslag dit resultaat „schoon en verrassend" durft noemen, is hij toch van oordeel, dat de basismeting niet de „noodige waar borgen van volkomenheid" had opgeleverd Eerst in 1861 werd de triangulatie weder opgevat onder leiding van Dr. J. A. G. Oudemans, die in 1857 tot hoofdingenieur van den geographischen dienst was benoemd. Toen deze dienst, die een onderdeel uitmaakte van het departement van Marine, in 1862 werd gereorganiseerd, werd daaraan een afzonderlijke afdeeling „Triangulatie" toegevoegd, die in 1866 in twee sectiën werd verdeeld. Er was nu een nieuw tijdperk voor de triangulatie aangebroken, daar wetenschappelijke leiding in de plaats trad van dillettantisme. Op voorstel van den heer Oudemans. die daarbij krachtig werd ondersteund door de Kon. Academie van Wetenschappen, werd in 1862 bepaald, dat de triangulatie tevens voor graadmeting zou dienen. De verkregen resultaten zijn uitvoerig gepubliceerd in het werk „die Triangulation von Java", waarvan het eerste gedeelte in 1875 is verschenen bij 's Lands Drukkerij te Batavia, terwijl de vijf volgende van 1878 tot 1900 zijn uitgegeven bij Martinus Nijhoff te 's-Gravenhage. Het hoofddriehoeksnet, dat zich uitstrekt van den Goenoeng Hondjih bij straat Soenda tot den Goenoeng Ikan bij straat Bali, en dat ook Madoera overspant, heeft eene lengte van ongeer 970 kilometers; het bevat 114 punten, terwijl er ten behoeve van de topographische opneming nog ruim 800 punten der tweede orde door secundaire triangulatie zijn vastgelegd. Het aantal driehoeken van het hoofddriehoeksnet is 1/2; het aantal basislijnen bedraagt drie: een bij Simplak in West-Java, een bij Logantong in Midden-Java en een bij Tangsil in Oost-Java; voor de meting daarvan was een basistoestel aangeschaft bij Rep so ld in Hamburg. De netsverefïening is niet streng volgens de theorie uitgevoerd, maar in verband met den gestrekten vorm van het net bij gedeelten, die ieder volgens de methode der kleinste vierkanten werden vereffend. Uit de sluitingsfouten der driehoeken volgt voor de middelbare fout van den op het station vereffenden hoek 1 ,14. De aansluiting aan de verschillende basislijnen gaf zeer bevredigende uitkomsten. Met het oog op de latere uitbreiding der triangulatie over Sumatra

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1905 | | pagina 110