110
Topographischen Dienst, de luitenant-kolonel W. J. Havinga,
begreep, dat wetenschappelijk goed onderlegd personeel een hoofd-
vereischte was, om degelijk werk te kunnen leveren; op zijn voorstel
werden in het begin van 1882 twee officieren naar Nederland
gezonden, die daar een speciale opleiding hebben ontvangen van
de hoogleeraren Ch. M. Schols te Delft en J. A. C. Oudemans
te Utrecht. Verder werd personeel aangewezen, dat met de uitvoering
der werkzaamheden in het Gouvernement van Sumatra's Westkust
zou beginnen.
Toen alles was voorbereid, vond de Gouverneur-Generaal s'Jacob
het goed, uit een oogpunt van bezuiniging en uit vrees voor politieke
verwikkelingen, onder nadere goedkeuring des Konings af te zien
van de triangulatie van Sumatra. Die goedkeuring werd evenwel
niet verleend, en het besluit, dat in Nederland algemeen afkeuring
had gevonden, en waartegen vooral het Koninklijk Aardrijkskundig
Genootschap krachtig had geijverd, werd ingetrokken.
In Mei 1883 werd er met de triangulatie-werkzaamheden een
begin gemaakt onder leiding van den kapitein van den Generalen Stat
H. Helb, die zich tijdens eene detacheering bij den Geographischen
Dienst voor die taak had voorbereid. Reeds in het begin van 1885
moest deze wegens ziekte met verlof naar Nederland vertrekken:
hij werd opgevolgd door den kapitein bij den Generalen Stat
H. D. H. Bosboom. In 1889 werd het personeel onder den
naam Triangulatiebrigade in de formatie van den Topographischen
Dienst opgenomen. Toen de inmiddels tot luitenant-kolonel be
vorderde Brigade-chef Bosboom in 1894 werd benoemd tot chef
van den Topographischen Dienst, trad spreker in zijn plaats.
De triangulatie van het Gouvernement van Sumatra's Westkust
was in 1896 afgeloopen. Het hoofddriehoeksnet bevat 59 punten;
een basis is gemeten nabij Paclang. In verband met het doel,
waarmede de triangulatie werd ondernomen, achtte men het gebruik
van een stalen meetband daarvoor voldoende; het basistoestel van
Repsold was in 1883 naar Nederland gezonden en bevindt zich
thans in het Geodesiegebouw te Delft, als curiositeit, zou men haast
geneigd zijn te vragen naar aanleiding van het volgend debat.
Doch luisteren wij verder naar den heer Muller.
Astronomische breedte- en azimutbepalingen zijn uitgevoerd op
twee punten.
Het hoofddriehoeksnet bevat 73 punten; de vereffening is, evenals