121 akte behoorde te worden gerectificeerd en de consorten-stelling volkomen gerechtvaardigd was. Van opzettelijke weigering, nieuwe eigendomsgrenzen als zoodanig te erkennen, wanneer de akten juist zijn, is absoluut geen sprake, evenmin van eenige opzettelijk onjuiste tenaamstelling. Doordat de heer T. verzuimde, de perceelen der drogerij en der kweekerij in zijne akte te noemen, was de consorten-stelling noodzakelijk. Door rectificatie, die, waar het meerdere akten en verschillende koopers betreft, mogelijk voor den heer T. onaangenaamheden oplevert, kan dus slechts de eigendomstoestand der nieuwe, duidelijk om schreven perceelen zoodanig worden, als hij dien wenschte. Met beleefden dank voor de opname, J. H. de Wal. Heerenveen, 12 Mei 1905. Verborgen gevaren en opzettelijke onjuistheden bij het kadaster. 1) In een artikeltje onder bovenstaand opschrift betoogde ik in N°. 1844 van dit blad: le. Dat het kadaster voor publiek en notarissen gevaren oplevert, die niet uit de plans en registers zijn te ontdekken, wanneer het aan den landmeter vrijstaat te proclameeren, dat eene sloot, die op het plan niet door dubbele lijnen is aangegeven, voor het geheel bij een der aangrenzende perceelen is ingemeten. 2e. Dat, wanneer uit eene overgeschreven akte de grenzen van een perceel ondubbelzinnig blijken en burgerrechtelijk de eigendoms overgang daarvan volkomen vaststaat, de ambtenaren van het kadaster opzettelijk den verkeerden persoon als eigenaar boeken, indien naar hunne meening de juiste kadastrale kenmerken niet zijn aangeduid. Ik meende en meen nog, dat deze zaak voor het notariaat van groot belang is, trachtte haar zoo algemeen mogelijk te behandelen en releveerde uitdrukkelijk de mogelijkheid, dat de ambtenaren van Zie «Weekblad voor Privaatrecht, Notarisambt en Registratie», N°. 1854.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1905 | | pagina 123