127 kleine schalen in velerlei opzicht een zeer bedenkelijke maatregel, kan dit euvel in de hand werken. Op grond van wat wij in het midden brachten, zouden wij den volgenden maatregel om ongemotiveerde consortboekingen te voor komen toejuichen: „Bij elke consortboeking geeft de landmeter een volledige uiteen zetting van de zaak en voegt deze toe aan de metingstukken; dit geldt ook voor verzoeken om akten te rectificeeren." „De Ingenieur-Verificateur beoordeelt het geval en plaatst in den St. 75. onder den betrokken post zijn paraaf, ten teeken dat hij zich speciaal met deze verwijzing heeft vereenigd," Ons van kadastraal standpunt aantrekkelijk onderwerp is hiermede nog lang niet uitgeput, voorloopig willen wij 't er echter bij laten en besluiten met de mededeeling, dat er onomstootelijke, in ieder opzicht te bewijzen inbezitnemingen zijn, die wij nochthans als „redres" plegen te behandelen. Een landelijke gemeente exploiteert bouwterrein en verkoopt een stuk, langs den weg begrensd door een vloeiende lijn. Te voren wordt opneming gevraagd en een teekening op 1 500 of 1 250 op verzoek overgelegd. Na eenige maanden wordt met bouwen aangevangen, en vraagt de bouwondernemer, als zijn plicht is, aan publieke werken aan wijzing der rooilijn. De nieuwe gebouwen worden daarna weer op verzoek gemeten en nu blijkt, dat de rooilijn aangegeven door publieke werken af wijkt van, iets verder op den openbaren weg ligt dan, de lijn, door of namens dat lichaam bij den verkoop aangegeven. Het verschil is een nesterij, b.v. 2 M2. In zoo'n geval zijn wij de meening toegedaan, dat het niet op onzen weg ligt hiervan in de tenaamstelling melding te maken. Partijen toch dwaalden te goeder trouw, de in-consortenstelling zou mitsdien een hatelijke plagerij wezen. Twee eigenaren regelen een gemeenschappelijke grens, wat krom was maken zij recht; 't is een onbeduidende ruiling met onderling goedvinden; wijzen zij nu ter gelegenheid van een of andere buiten deze overeenkomst staande opmeting, de nieuwe grens als hun eigendomsgrens aan, dan gelooven wij ons ontslagen te mogen rekenen van den plicht, om door nasnuffelen het bewijs te leveren, dat zij aan de waarheid te kort deden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1905 | | pagina 129