128
Vooral de bijna wiskundige zekerheid, dat wij door te verwijzen,
in den regel over en weer de perceelen met hen vreemde hypothecaire
inschrijvingen zullen besmetten, doet ons naar „redres" grijpen, als
de eenige uitkomst in den nood.
Geroepen tot de toepassing eener akte voorkomende in het reg. 9,
waarvan de omschrijving op het oog juist is, zullen wij er niet aan
denken te trachten, door passen en meten uil te maken, dat schijn
voor werkelijkheid is geleverd.
Aan de bedoeling van partijen doen wij recht wedervaren, op
welke verschillen het plan ook zou mogen wijzen, mits wij de
overtuiging hebben van de goede trouw der contractanten; m.a.w.
zijn er twee opvattingen mogelijk en heef't de notaris uit deze twee
een keuze gedaan, dan meenen wij als landmeter ons noodzakelijk
bij deze keuze te moeten neerleggen.
Consorten vallen als uit deze beschouwingen blijkt niet in onzen
smaak, zoo mogelijk trachten wij hen te ontgaan.
Voor 't publiek zetten zij zich om in ergernis, last en kosten;
bij het kadaster stichten zij in de tenaamstellingen schromelijke
verwarring, dikwijls zonder uitzicht, dat ooit orde in den door hen
aangerichten chaos wordt geschapen.
De belanghebbenden schrikken meestal terug voor den omslag
en- de kosten aan den legalen overgang van kleine oppervlakten
grond verbonden; als 't eenigzins kan, laten zij 't aan de verjaring
over, alles weer in het reine te brengen.
Wij erkennen, dat met de wet in de hand ons correctief: „het
redres", niet te verdedigen is, en vertrouwen daarom dat te eeniger-
tijd de mogelijkheid zal worden geopend, dat ten overstaan van
den landmeter verklaringen kunnen worden opgemaakt, die vrij van
de rechten van zegel, registratie en overschrijving, dus geheel
kosteloos, worden opgenomen in het hypothecair-kadastrale archief,
met de bedoeling langs zoo eenvoudig mogelijken weg de kleine
misstanden, die dikwijls zoo groote onaangename gevolgen voor
het publiek hebben, te ondervangen.
Als het bescheiden begin van de toepassing, ook ten onzent, van
het Homestead-stelsel, zien wij de invoering dezer nieuwigheid
met hartsverlangen tegemoet.
Utrecht, Juli 1905. H.