131 eene zijde wigvormig is. Deze nok is onwrikbaar op den balk bevestigd. Bij A. is een ruitvormige stalen nok a aangebracht, geplaatst op een tusschen twee geleidingen schuif baar stuk S. Op dit stuk S. be vindt zich eene verdeeling in m.M. Een nonius N die 1/io m.M. aangeeft, op een der geleidstukken bevestigd, is boven deze verdeeling geplaatst. Wanneer de nulpunten van den nonius en der verdeeling samenvallen, is de afstand a b 10 Meter. Deze afstand is door eindnieters op de bekende wijze bepaald. De lengte dezer eind- meters bedroeg volgens opgave van de Kaiserliche-Normal-Aichungs- Kommission" bij een temperatuur van 18° G. 1.00001 Meter. Daar de balk, de meetveer en deze eindnieters van staal zijn, behoeft bij de lengtebepalingen met de temperatuur geen verdere reke ning te worden gehouden; zij zijn allen juist bij een temperatuur van 18° G. Nadat deze eindmeters 10 maal op den balk waren afge meten, bedroeg de afstand van het beginpunt (de nok bij b) tot de van deze nok afgekeerde zijde der eindmeters 10,0001 Meter. Daar de groote diagonaal van de ruitvormige nok a precies 2 c.M. bedraagt, werd, nadat deze nok tegen den eindmeter was ge schoven, de nonius op 20,1 m.M. ingesteld.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1905 | | pagina 133