Hoe men bij de opmaking en later by de instandhouding van het kadaster in N. O -Indië, deze instelling heeft weten vrij te houden van „verborgen gevaren en opzet telijke onjuistheden." In de vorige aflevering van dit tijdschrift komen eenige artikelen voor over verborgen gevaren en opzettelijke onjuistheden bij het kadaster. Naar aanleiding hiervan is het misschien niet ondienstig mede te deelen, welke verrichtingen aan het kadaster in Nederlnndsch-Indië zijn opgedragen, ter voorbereiding van den overgang van eigendom men, als gevolg waarvan het aldaar onmogelijk is, dat de kadastrale kenmerken onjuist in de acte worden vermeld. Kooper en verkooper of de gemachtigden zijn verplicht voor den landmeter te verschijnen en hem mede te deelen, onder welke voorwaarden het perceel wordt verkocht. Bij de stukken die noodig zijn voor de overschrijving van vaste goederen, behoort een zoogenaamde landmeterskennis, d. i. een stuk waarin de landmeter verklaart, dat van de aanstaande over gang aan hem is kennis gegeven en in welk stuk vermeld worden naam enz. van kooper en verkooper, voorwaarden, titel van aan komst, koopsom, verpondingswaarde, omschrijving van het perceel, datuta en nummer van den meetbrief, kadastrale kenmerken, mits gaders nog enkele andere, hier niet ter zake dienende, eigenschappen van het te vervreemden grondstuk. Een vergissing omtrent de kadastrale nummers is dus geheel buitengesloten, terwijl een opzettelijke onjuistheid ondenkbaar is. Bij vergelijking van een ouden meetbrief met den toestand op het terrein, kunnen zich verschillende gevallen voordoen. Alvorens deze te bespreken willen wij in het kort uiteenzetten op welke manier de kadastrale kaart werd vervaardigd en hoe daarop voorloopig de eigendomsgrenzen werden uitgezet volgens de meetbrieven, die in de acten voorkomen. Voor met de opname van een stad of dorp werd begonnen,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1905 | | pagina 139