150 Hieruit werd berekend voor het grootste verschil der storingen in de richting van den meridiaan 30".6 en loodrecht daarop 30".2. Aannemende dat de storing voor het centraal gelegen punt Monte Leone gelijk nnl is, werden de hoekcorrectiën, loopende tot een bedrag van 5", berekend. De aldus gewijzigde hoeken leverden thans sluitfouten in de driehoeken van gemiddeld 1".7 tot een maximum van 5". Ten behoeve van de netsvereffening werden de driehoeken over gebracht op een raakvlak aan het punt Monte Leoneen iri de projectie benaderde coördinaten berekend ten opzichte van de als vast aangenomen punten Monte Leone en Spilzhorn. Welke pro jectie hierbij gebruikt werd, vindt men niet vermeld. Naar de methode der kleinste kwadraten (indirecte waarnemingen) zijn in de projectie de gegevens (die dus eerst voor de projectie gereduceerd moeten zijn) vereffend. Worden de vereffende hoeken weer door kleine correcties op den bol overgebracht, dan vindt men hierin de gegevens, waaruit de hoeken kunnen afgeleid worden, die in elk eindpunt de asrichting maakt, met de daarvan naar de andere driehoekspunten loopende richtingen. Uit de vereffening is afgeleid dat de middelbare fout in de tunnelas bedraagt 0".70, terwijl de middelbare fout in de lengte van de tunnelas, voor zoover die door het driehoeksnet wordt ver oorzaakt, 0,14 M. beloopt. Voegt men hierbij de onzekerheid in de aansluitingszijde, dan bedraagt de middelbare fout in de lengte 0.83 M. Eene berekening, die gegrond is op de hoekwaarnemingen zonder correctie voor de loodafwijking, is mede verricht. Het resultaat daarvan geeft op het midden van den tunnel eene zijdelingsche af wijking van 26 c.M. Van deze berekening werd echter voor de uitzetting van de as geen gebruik gemaakt. De door berekening bepaalde richting van de tunnelas moest vervolgens aan beide uiteinden op het terrein worden zichtbaar ge maakt, door in het verlengde daarvan vaste merken, en wel aan beide zijden twee, aan te brengen. De merken bestonden uit ver plaatsbare ijzeren doozen, waarin een met melkglas gesloten vizier spleet was aangebracht, welke ook bij nacht door lamplicht zicht baar kon worden gemaakt. Aan het noordelijk uiteinde lagen deze merken op afstanden van 561 en 748 M. en hadden ze eene vizier spleet ter breedte van 20 m.M.; aan de zuidzijde bedroegen deze

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1905 | | pagina 152