155 station werden bepaald de richtingen naar de hoofdpunten Kollum, Ureterp, Boschberg, Steenwijk, Wijkei, Workura en Leeuwarden en naar de tusschen- punten Drachten, Oldeholtpade en Sneek. Na voltooiing van dit station werden op enkele andere stations centree- ringsmetingen uitgevoerd. Inmiddels verliet de heer Zillesen, aan wien op zijn verzoek ontslag was verleend, den lsten Juli den dienst der commissie. De ingenieur Canters maakte zonder assistentie een aanvang met de metingen op het station Ruinen. Hem werd den 4den Juli tijdelijk als assistent toegevoegd de civiel-ingenieur H. van der Veen, met wien hij de metingen voortzette en voltooide. Op dit slation zijn bepaald de richtingen naar de hoofdpunten Beilen, Sleen, Lemelerberg, Steenwijk en Boschberg en naar de tusschenpunten Zwolle en Meppel. Het derde station door deze ploeg bezet was Ureterp: op dit station waren te bepalen de richtingen naar de hoofdpunten: Groningen, Bosch berg, Oldeboorn en Kollum en naar de tusschenpunten Tolbert, Oosterwolde en Drachten. De metingen waren nog niet voltooid, toen aan den ingenieur van der Veen op zijn verzoek ontslag werd verleend wegens zijn vertrek naar China. De ingenieur Wildeboer vertrok daarop naar Ureterp en hielp den ingenieur Canters de metingen voltooien. Het terreinwerk van deze ploeg was hiermede afgeloopen. De tweede ploeg heeft centreeringsmetingen uitgevoerd te Oldeboorn, Oosterwolde, Boschberg, Beilen en Sleen. Betreffende een vijftal stations kwamen berichten in die aanleiding gaven een onderzoek in loco in te stellen naar de aanwezigheid der vroeger aangebrachte merken en de maatregelen reeds vermeld. Het tweede punt Middelharnis bleek in goeden toestand te verkeeren. Ofschoon het kerk gebouw geheel was uitgebrand, had de toren geen schade geleden en waren alle verzekeringsmerken nog aanwezig. Te Tolbert, waar herstellingen zullen plaats moeten hebben, zullen zeker eenige maar vermoedelijk zelfs alle verzekeringsmerken behouden blijven. Te Harderwijk bepaalde zich de schade tot een onbeteekenend defect aan den houten steiger. De toren te Oirschot, een van de punten van het hoofddriehoeksnet kreeg in December 1904 eene ernstige beschadiging doordat een gedeelte er van instortte. Op bet gedeelte van den toren, dat bleef staan, bevindt zich de waarnemings pijler, terwijl in dat gedeelte ook nog enkele verzekeringsmerken voorkomen. Wanneer de toren gerestaureerd wordt, zal deze ramp voor de drie hoeksmeting geen ernstige gevolgen hebben.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1905 | | pagina 157