157 Bij dit verslag is een kaartje gevoegd waarop het Nederlandsche hoofd- driehoeksnet met de aansluiting daarvan aan de Pruisische driehoeks metingen is voorgesteld. Basismeting. De commissie stelt zich voor de basismeting voor het driehoeksnet te doen uitvoeren met behulp van metalen draden. Bij het gebruik van dergelijke toestellen is men veel minder afhankelijk van hindernissen op het terrein dan bij het gebruik van meetstaven; de commissie vertrouwt dat zonder bezwaar meer dan één basis gemeten kan worden. Voor het verifieeren van de lengte der metalen draden is het noodig, dat met andere hulp middelen eene lijn van eenige lengte gemeten wordt. Eene lijn van 240 M. lengte kan daarvoor verkregen worden op de terreinstrook bij het geodesiegebouw te Delft. Het eene vaste punt voor die lijn kan vallen binnen het geodesiegebouw op de daar aanwezige fundeering; voor het andere vaste punt werd de fundeering aangelegd. In de levering van de benoodigde toestellen werd de commissie teleur gesteld. Een toestel van Amerikaansch model is eerst enkele weken in bezit der commissie; een toestel volgens Fransch model wordt nog verwacht. Met proefmetingen zal vermoedelijk spoedig een aanvang gemaakt kunnen worden. Secundaire driehoeksmeting. De terreinwerkzaamheden voor de secundaire driehoeksmeting werden ook dit jaar in aansluiting aan die van het vorig jaar, onder de leiding, van den ingenieur van Eyk Bijleveld, door drie ploegen voortgezet. De eerste ploeg bestond uit den landmeter Bingen als chef, tijdens de metingen in de maanden Juni, Juli en Augustus geassisteerd door den student aan de Polytechnische school L. B. Huy gen, de tweede ploeg uit den ingenieur Bijl als chef, tijdens de metingen gedurende denzelfden tijd bijgestaan door den student aan de Polytechnische School J. Witte veen, de derde ploeg uit den landmeter Kwisthout als chef en den ingenieur Hulster. De heer Bingen zette de verkenning van het terrein bewesten de lijn Zalt-Bommel—Tilburg, noordwaarts begrensd door de lijn Zalt-Bommel Gorinchem en zuidwaarts door de Belgische grenzen voort, bezocht de stations Oss, Deursen en Slabroek in verband met voorgenomen aanvullings metingen, deed voorts een voorloopige verkenning te Oijen, en onderzocht op de stations Wijchen en Helmond, waar respectievelijk herstellingen waren geschied en nog in uitvoering waren, of eventueel de vastleggingen waren verwijderd, beschadigd of kans liepen beschadigd te worden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1905 | | pagina 159