170
In art. 41 moedigt de wet de belanghebbenden feitelijk aan tot
afronding en zoo noodig tot ruiling van eigendommen, door de
onvermijdelijke kosten van eventueelen overdracht van kleine strooken
grond op een minimum te bepalen.
Bij afzonderlijke aanschrijving d.d. 22 November 1888 spoort de
Voorzitter van het Kadastrale Hoofdbestuur, de Generaal-Majoor
A. Ferrero, de Directeuren en Onder-Directeuren van het Kadaster
aan, belanghebbenden en uitvoerende ambtenaren te wijzen op het
belang van afronding, ook om te komen in de richting van een
kadaster met bewijskracht.
De opmerking is reeds vaak gemaakt, dat ons kadaster uit zijn
aard eenzijdig is, omdat alleen grondbelasting en hypothecaire
boekhouding die instelling beheerschen.
Allerlei andere staats- en privaatinstellingen kunnen slechts aan
het kadaster vragen, wat zij noodig hebben, echter zonder eenigen
invloed te kunnen uitoefenen op de wijze, waarop die vragen be
antwoord worden.
En dat is nu juist in het buitenland van zoo groot nut gebleken,
dat het kadastrale vraagstuk daar een onderwerp is van overleg
tusschen de meest bevoegde vertegenwoordigers tan alle instellingen,
die bij een kadaster belang hebben.
De voorschriften voor nieuwe metingen zijn daar tot stand ge
komen als produkt van samenwerking van de hoogste wetenschap
en de meest nuchtere practijk. Van daar ook, dat die voorschriften
zoo degelijk ontworpen en geformuleerd zijn.
Wij allen kennen al sedert jaren de Pruisische Anw. VIII en IX,
onze beste vraagbaak in de laatste 25 jaren, waaruit wij zooveel
geleerd hebben,
Menigeen heeft zeker ook met voldoening kennis genomen van de
proefhermeting der gemeente Neuilly-Plaisance bij Parijsuitgevoerd
in 1893—1896 onder leiding van den heer Gh. Lallemand,
Directeur du nivellement général de la France, Menibre du Bureau
des Longitudeseen wetenschappelijk geodeet, die vooraf tal van
belangrijke metingen had bijgewoond in ItaliëZwitserlandBaden
en Llzas-Lotharingen.
Wetenschap en practijk reiken elkaar bij die meting broederlijk
de hand.
Door practische verdeeling van den arbeid, het vermijden van
