173
Voor de vereffening (als men al vereffent) wordt dus slechts
één overtollige meting gebruikt, op zoodanige wijze, dat één voor-
waardevergelijking ontstaat, die eene zeer eenvoudige vereffening
mogelijk maakt. (Zie de modellen aan het slot).
De wijze van puntbepaling, als in Anw. IX en in onze „Hand
leiding" kan aanleiding geven, dat noodeloos allerlei punten inge
steld worden.
Heeft men de waarnemingen goed gedaan, dan komt men na de
vereffening tot de conclusie, dat de resultaten verbazend mooi zijn,
de correcties verbazend klein, de middelbare fouten idem: in een
woord eene nauwkeurigheid, die zeker vaak overdreven is met het
oog op de eischen van de practijk.
Een gemiddelde uit 2 op verschillende wijzen gevonden plaats
bepalingen van een ondergeschikt punt is meestal voldoende.
Nu is het wel waar, dat, waar men op een punt voortbouwen
moet, de plaatsbepaling nauwkeurig moet zijn, maar zeker is het,
dat in vele terreinen, wanneer eenmaal een zeker aantal punten
zeer juist bepaald zijn, vereffening volgens de methode der kleinste
kwadraten voor punten van lagere orde geheel overbodig is.
In de practijk is mij dat ook gebleken bij de trigonometrische
puntbepaling voor de gedeeltelijke hermeting van Aalsmeer.
Een hoofdnet van 10 driehoeken (Zie de schets) met 2 centrale
punten werd daar op de bekende eenvoudige wijze (som der hoeken
in een driehoek 180°; tourwijziging en sinusregel) sluitend gemaakt,
met in rekening brenging voor een paar punten met ongunstige
opstelling voor den theodoliet, van langs zeer eenvoudigen weg ver
kregen gewichlsuitdrukkingen.
Later werden op allerlei wijze in aansluiting aan dat net punten
bepaald door achterwaarts- en voorwaartsinsnijden en werden allerlei
vereffeningsmethoden toegepast om de mij toegevoegde aspirant
landmeters in de gelegenheid te stellen daarmede kennis te maken.
Daarbij bleek, dat bij eenvoudige vereffening van het driehoeksnet,
dit aan zeer hooge eischen voldeed.
Zoo waren b.v. in het punt H, (toren Aalsmeer) de punten A en E
ingesteld en werd gevonden:
georiënteerde directe waarnemingen HA 215° 2' 39",5; HE
233° 42' 30",7uit definitieve coördinaten afgeleid azimuth HA
215° 2'4-3",6; HE 233° 42'27",3.
De gelijktijdige vereffening met voorwaardevergelijkingen der punten