15
1235 B. W., de inschrijving o. a. slechts in aanmerking voor ver
nietiging, als het bezwaarde goed niet op voldoende wijze is kenbaar
gemaakt, en al behoeft de aanduiding met een vervallen nommer
niet per sé te worden gerangschikt onder de onvoldoende aanduidingen
van het bezwaarde goed,men zal daartoe dikwijls moeten komen.
Daartoe behoeft toch alleen in herinnering te worden gebracht,
dat, ook bij vestiging van hypotheek, het onroerend goed meesten
tijds slechts met het kadasler-nonuner wordt aangeduid, terwijl, even
als in den titel van aankomst, eenigerlei aanduiding van grenzen
van het goed ontbreekt, om tevens het bewijs te hebben geleverd,
dat zeer dikwijls een hypothecair onderpand en in het algemeen
een object van overeenkomst zal zijn kenbaar gemaakt, met grenzen,
verschillende, naar gelang het goed is aangeduid met het vervallen,
dan wel met het nieuwe kadaster-nommer.
Immers, de perceelgrenzen worden bij het kadaster gewijzigd,
welke wijziging in den regel gepaard gaat aan nommerverandering.
Na de vernommering vertegenwoordigt het nieuwe nommer, of een
deel van het object, ol wel het hetzelfde object, maar dan een object
hetwelk, wat vorm betreft, geheel verschilt van het perceel, waarvan
een voorstelling was gegeven op de kaart onder het vervallen
nommer.
Of nu wijziging van de grenzen van het kadaster-perceel heeft
plaats gehad met of zonder medewerking van de belanghebbende
eigenaren, verandert niets aan het feit, dat op een zeker tijdstip
moet worden gebruik gemaakt van een nommer. Dan moet worden
overwogen op welke wijze en met welk nommer, of nommers, het
voorwerp van overeenkomst zal worden aangeduid, maar dan ook
dient men te bedenken, dat de overeenkomst te eeniger tijd, ook
bij het bepalen van de grenzen van het object, zal kunnen worden
uitgevoerd.
Niet minder noodig blijft dat overwegen, waar in den laatsten tijd,
bij vernieuwing van het kadaster door hermeting de gewoonte is
aangenomen om wijziging in de grenzen van het kadaster-perceel te
brengen, zonder verandering van nommer, met het gevolg, dat onder
eenzelfde nommer worden voorgesteld objecten, die wat vorm en
afmetingen betreft, somtijds geheel verschillend zijn. Maar ook nog
met een ander gevolg en wel dit, dat de belanghebbende, die te
eeniger tijd het object van overeenkomst heeft aan te duiden, en dat
doet met het kadaster-nommer alléén, mist eene vingerwijzing naar
