176 Al die punlen worden door terra-eotta buizen van 3 cM. middel lijn en 30 cM. lengte onder den grond verzekerd. Alle lengtemetingen geschieden heen en terug. Alle waarnemingen te velde worden op het einde van elke week opgezonden naar de directies, waarde berekeningen uitgevoerd worden. Bij voorwaarts- en achterwaartsinsnijden van een punt zorgt men minstens voor één overtollige richting. Men maakt gebruik van theodolieten met micrometermikroskopen, die op 10" minstens aflezen. Elke hoek wordt 4 maal gemeten (2 maal in eiken kijkerstand). Men plaatst minstens één driehoekspunt op 3 K.M2. Men onderscheidt veelhoeken lste orde, welker zijden driehoeks- punten verbinden en veelhoeken 2° orde. De hoeken van veelhoeken worden 2 maal gemeten. De verschillen tusschen herhaalde lengtemetingen moeten blijven beneden den vast gestelden tolerans. Per K.M2. moeten minstens geplaatst worden 12 veelhoekspunten. Voor de berekiningen worden logarithmentafels gebruikt met 5 decimalen. Voor veelhoeksberekeningen acht men die met 4 deci malen voldoende. Bij metingen over grootere afstanden, ten behoeve van aansluiting aan punten van het Geografisch Militair Instituut met vereffening, gebruikt men 6 a 7 decimalen. De randen van de theodolieten voor de driehoeksmeting gebruikt, moeten steeds sexagesimale verdeeling hebben. Voor polygoon- en andere meer ondergeschikte punten is de centesimale verdeeling toegelaten. Bijzondere instructies de techniek betreffende worden gegeven voor: driehoeksmeting, veelhoeksmeting, detailmeting en voor de toepassing van de foto-technische hulpmiddelen ter reproductie van kaarten. In de instructie voor de driehoeksmeting komt o. a. het volgende voor. Is een punt slechts uit 2 punten bepaald, dan wordt de 3e hoek van den driehoek gemeten. Is door hoekmeting een punt uit 3 andere bepaald, dan mogen de verkregen waarden der gemeenschappelijke zijde dier 2 driehoeken niet meer dan V38oo van de lengte dier zijde verschillen. Bij punt- bepaling door achterwaarts-insnijden moeten in het te bepalen punt minstens de hoeken tusschen 4 richtingen gemeten worden. Is zulks onmogelijk, dan mete men één hoek in een der bekende punten.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1905 | | pagina 182