16
de verandering, welke niet liet kadaster-perceel heeft plaats gehad
en waarop hij door de vernommering zou attent zijn gemaakt.
Dat niet-vernommeren, aanbevolen als vereenvoudiging van de
hypothecaire boekhouding, maakt daarentegen het onderzoek naar
het hypothecair onderpand minder vertrouwbaar en brengt den
onderzoeker op een dwaalspoor. Zoolang het kadaster-nommer mag
worden gebezigd als eenig onderscheidings-kenmerk van het voorwerp
van overeenkomst, in de akten welke in de openbare registers
worden overgeschreven, valt naar mijne meening het niet-ver
nommeren, bij wijziging van de grenzen van het kadaster-perceel,
beslist af te keuren,
Maar ook al wordt dat ingenomen standpunt niet verlaten, dan
nog zal vernommering, gepaard aan wijziging der grenzen van het
kadaster-perceel bij splitsing van perceelen, alleen om de belangen
van den fiscus te behartigen, nog vaak genoeg voorkomen. De
vraag, of al dan niet en gedurende geruimen tijd nog kan worden
gebruik gemaakt van een vervallen nommer, blijft dus niet minder
urgent, vooral voor den hypotheekbewaarder wien blijkt, uit de
ter inschrijving aangeboden borderellen, dat bij vestiging van hypo
theek een reeds vervallen nommer werd gebezigd om het onderpand
aan te duiden.
Als hypotheekbewaarder, heeft hij zich dan te houden aan het
Kon. Besl. van 18B8 en dus geen aanteekening in zijne registers te
doen, maar bovendien weet hij, dat de inschrijving kan worden ver
nietigd, indien het verbonden goed niet voldoende is aangeduid.
Als bewaarder van het kadaster daarentegen is hij gehouden om
de voorschriften op te volgen, welke aan de ambtenaren van het
kadaster zijn gegeven en zich dus te gedragen naar den inhoud van
het aangevochten artikel 95 der Algemeene Instructie.
Dientengevolge wordt met twee maten gemeten, met uitkomsten,
welke, althans bij den oningewijde, verklaarbaren twijfel moeten
wekken aan de consequentie bij handelingen namens dezelfde admini
stratie verricht.
Indien toch ter overschrijving is aangeboden eene akte, waarbij
vast goed wordt overgedragen, dat werd aangeduid met een kadaster-
nommer, hetwelk toen de akte voor een notaris werd gepasseerd
reeds vervallen was, ten gevolge van eene hermeting, die evenwel
nog niet ter kennis van belanghebbenden is gebracht, op de wijze
als de wet van 1870 (Grondbelasting) aangeeft, dan bestaat voor