I»
?1
184
Gemiddelde van de twee noniusaflezingen.
42"
30"
45"
22"
55"
35'
42
15
52
32
0
30
40
22
40
20
45
5
12
55 (-5)
25
8
35
0
10
22
50
20
42
45
35
.0
10
15
25
5
0
50
12
40
15
45
Verschillen der aflezingen in heen- en teruggang.
VF-
15
0"
5
—0—
0
5"
10
-0"
0
20
3
0
0
0
5
14
10
5
2
0
0
10
7
5
0
3
0
0
7
4
0
0
5
6
0
0
3
5
3
De som der 42 kwadraten dezer verschillen is 1G80
Wijl men hier te doen heeft met verschillen van directe waar
nemingen (ware fouten) is derhalve het kwadraat der middelbare
fout voor het verschil van 2 waarnemingen gelijk aan 40
Hieruit volgt voor het kwadraat der middelbare lout van de
40"
enkelvoudige waarneming =20 of Mr V 20 4 5.
Zoo vond ik bij Aalsmeer voor de 6 punten F, H, I, 14, 15 en
1G op dergelijke wijze berekende middelbare fouten van 3 tot. 8
voor de enkelvoudige richtingswaarneming.
Van het verschil in grootte dier fouten was de vermoedelijke
oorzaak (al of niet stevige opstelling van het instrument, winddruk,
enz.) terstond bekend.
Bij de Pruisische methode kan ook op eenvoudige wijze voor
elk station een middelbare fout gevonden worden, die eene aan
wijzing geeft omtrent de bereikte nauwkeurigheid met inbegrip van
den invloed der randverdeelingsfout. Deze kan b.v. berekend wor
den uit de verschillen der arithmetische middens van alle waar
nemingen met de Satzmittel (heen- en teruggang).
O)
e
O
fcG O
CO Ol_
1680 .A„