185
De laatste zijn door het doorslaan van den kijker bevrijd van de
regelingsfout doch behept met de randverdeelingsfout, omdat men
heen en terug bij eiken Satz op hetzelfde randdeel afleest.
Bij de methode der „Handleiding" staat elke waarneming op
zichzelf en heeft elke waarneming haar eigen regelingsfout (geen
toevallige fout.) Van vergelijking tusschen de serieën, waaruit de
grootte der toevallige fouten van het richten en het aflezen zoude
kunnen worden afgeleid, buiten invloed der regeling van het instru
ment, kan dus geen sprake zijn.
Als van zelf kom ik hier tot het inlasschen van eenige beschou
wingen over de middelbare fouten mx en mv (voor de gewichts
eenheid dubbele hoekmeting of enkelvoudige richtingswaarneming)
bij de stationsvereffeningen van de Rijksdriehoeksmeting, over welker
aard de heer de Vos reeds een en ander mededeelde in ons tijd
schrift Jaarg. 1903 blz. 235 en 236 naar aanleiding van de ver
schijning der eerste gegevens der Rijksdriehoeksmeting.
De fx is de middelbare fout voor de richtingswaarneming, berekend
uit de verschillen van de hoeken gemeten in heengang, met die
gemeten in den teruggang op hetzelfde randdeel.
Op die middelbare fout zijn dus noch randverdeelingsfout noch
regelingsfout van invloed.
Ze geeft een denkbeeld van de som der invloeden van instellings-
fout, aflezingsfout en toevallige fout in den stand der eerste as van
het instrument (pijlerdraaiing buiten beschouwing gelaten) en is
derhalve van denzelfden aard, als de door mij het eerst genoemde
middelbare fout uit de verschillen der waarnemingen heen- en terug
in denzelfden Satz, zonder doorslaan van den kijker, op eenvoudige
wijze te berekenen.
Leidt men een middelbare fout mx af uit de verschillen van
benaderde of vereffende hoek- of richtingswaarden met de daarmede
overeenkomstige rekenkunstig gemiddelden uit al de waarnemingen,
om daaruit te concludeeren tot de middelbare fout voor de gewichts
eenheid (hoekmeting in heen- en teruggang dubbele hoekmeting),
dan is deze laatste geflatteerd.
Uit het rekenkunstig gemiddelde van alle waarnemingen is de
periodieke verdeelingsfout bijna geheel en de toevallige voor het
grootste gedeelte verdwenen.