Heeft men nu te doen met een gemiddelde uit n dubbele hoek metingen dan geeft de middelbare fout Mr n eene te optimistische voorstelling van de bereikte nauwkeurigheid bij één dubbele hoek meting. De niy daarentegen geeft een minder geflatteerd denkbeeld van de som der invloeden van alle waarnemingsfouten op de enkel voudige richtingswaarneming. In de „Rivista di topografia e catasto", jaargang 18981899 blz: 44 en v.v., verwerpt Prof. N. Jadanza de berekening van mx en geeft de voorkeur aan berekening van de middelbare fout voor eiken hoek afzonderlijk uit de verschillen van den ver effenden hoek met de Satzmittel waaruit de waarschijnlijke waarde der hoeken berekend is, en licht dit met een uitgewerkt voorbeeld toe. Bij instrumenten met zoo nauwkeurig verdeelde randen als voor primaire metingen bij Rijksdriehoeksmetingen en Graadmetingen gebruikt worden, is uit den aard der zaak het verschil tusschen m en m niet groot. (Zie Tijdschr. Jaarg. 1903 blz: 235—236). x y Bij metingen met een theodoliet met. minder juist verdeelden rand, is dat verschil tastbaarder. Bij de plaatsbepaling van den toren van Aalsmeerten opzichte van 4 primaire punten van Kraijenhoff, noodig ook ter verkrijging van een azimuth, onder zeer gunstige omstandigheden verricht, vond ik met den door mij gebruikten theodoliet: mx 4",57; niy 12",25; De (jt, komt, zooals behoort, overeen met de middelbare fout voor de enkelvoudige richtingswaarneming (3",07 en 4"), na eerder verrichte waarnemingen op den toren van Aalsmeer op de vroeger aangetoonde eenvoudige wijze berekend, uit de verschillen der richtingsinstellingen in heen- en teruggang. Is er pijlerdraaiing dan wordt de (x iets te groot, daar, wanneer de hoek in heengang daardoor iets te groot is, de hoek in terug gang ongeveer evenveel te klein zal zijn en omgekeerd. Uit de my en de (j. vindt men de verdeelingsfout: Tl» m 138,90. Dit is het kwadraat van de randverdeelingsfout voor de dubbele 18G fj. 3",34.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1905 | | pagina 192