188
Het gewicht van dit naar de methode kleinste kwadraten ver
kregen rekenkunstig gemiddelde is n het aantal richtingen.
Door voor elkert hoek meer dubbele hoekmetingen te verrichten
kan men naar welgevallen het gewicht vergrooten.
Verricht men steeds een even aantal dubbele hoekmetingen, dan
behoeft tijdens de meting nooit de kijker doorgeslagen te worden.
Uit de som der kwadraten van de verschillen der richtingsinstel
lingen in heen- en teruggang kan weer onmiddellijk, zooals in het
vroeger gegeven voorbeeld is aangetoond, de middelbare fout voor
de enkelvoudige richtingswaarneming afgeleid worden (randverdee-
lingsfout en regelingsfout buiten beschouwing gelaten).
2 som kwadraten
2 X aantal kwadraten'
Men kan die fout natuurlijk ook afleiden, zooals gewoonlijk
bij metingen naar de methode Schreiber geschiedt, door de
som te nemen van de kwadraten der verschillen S tusschen elke
hoek in heen- en denzelfden in teruggang. In dat geval is
y2==
4 X aantal kwadraten'
Op welke wijze de metingen verricht moeten worden om te
zorgen, dat elke richting slechts eenmaal op het zelfde randdeel
afgelezen wordt, vindt men eenvoudig aangegeven in Zeitschr.
für Verm. 1878.
De meer ingewikkelde beschouwingen daarin voorkomende, zoo
mede de berekening der middelbare fouten mx en mv hebben voor
de eenvoudige kadastrale praktijk niet het minste nut.
De methode Schreiber is hierdoor voor het beoogde doel tot
de meest eenvoudige zaak teruggebracht.
Het spreekt van zelf, dat bij wankele opstelling bij het instellen
nog meer dan anders gelet moet worden op het inspelen van
het niveau.
Een lichte vingerdruk op den drievoet kan daarvoor bij het instellen
van nut zijn, terwijl tevens aan te bevelen is te zorgen dat men
nooit den micrometer behoeft terug te draaien.
Het nut van oriënteering der richtingswaarnemingen tijdens de
meting voor kadastermetingen, voorgeschreven in onze „Handleiding",