vr 190 van nog 10 driehoeken met kleinere zijden (hoeken gemeten in 4 randstanden) 16", 8. Verder berekent men de middelbare fout voor den hoek met behulp van de bekende benaderingsformule van de internationale 1 S A2 aardmeting (Zie Tijdschr. Jaarg. 1897 blz: 103): m= y/ >r Daar bij Aalsmeer de som van de kwadraten der A in de 20 1 4267,54 o„^o eerste driehoeken 4267,54, wordt m^ y/ t. 1 4267,54 en voor de richting mr J/ 0>Q 5 96. Men beschouwt de A ook wel als toevallige fout (m. i. ten onrechte) -| SA2 SA3 en berekent dan [j.^ y/ waaruit volgt m^ y/ en mr mr |/^=6Vll 6 (N-l)' Uit de A's van de 20 driehoeken bij Aalsmeer vindt men op die wijze: 4267.54 6 (20-1) Volgens de benaderingsformule van Encke is: 1,2533 X waaruit volgt: 1,2533 X X en voor Aalsmeer [Jt,T *1,2533 X 11",8 X 6". Deze uT is de middelbare fout voor de richting, welke verkregen is als rekenkunstig gemiddelde van 12 instellingen. Verdere afleiding van de middelbare fout van de enkelvoudige hoekmeting of de enkelvoudige richtingswaarneming door [xr te ver menigvuldigen met V6 of V 12 (zooals in de „Rivista di topografia e catasto 18891890 blz. 4) schijnt mij van weinig nut of liever onjuist. Uit de rekenkunstig gemiddelden toch is de verdeelingsfout bijna verdwenen en door vermenigvuldiging met V 6 of V 12 wordt die er niet ingebracht.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1905 | | pagina 196